Effefietsen

Effefietsen

maandag 30 april 2018

We verlaten de kust

Zaterdag was een zonnige en vrijwel windloze dag. Wat een verschil met die storm. Zo heerlijk om op ons gemakje te peddelen langs de kust. We maken een afweging: blijven we langs de kust of gaan we het land in? Dat laatste hebben we besloten en ook geweten. Wat was het zwaar. 80 km ver en 1300 m stijgen in één dag. Bijna misselijk van moeheid was ik. Dit is niet fijn meer. Gelukkig is de maandag weer relaxed. Ik zie er tegenop, weer wat stijgingspercentages in het vooruitzicht. Frans begrijpt dit niet. Hij denkt: we zijn dit aangegaan, het is soms zwaar, maar wij kunnen dit. Hij voelt zich daar relaxed onder. Ik voel me ongemakkelijk bij het vooruitzicht van wat we moeten. Achteraf is het ook meegevallen. Het is mooi onderweg. De lente komt hier later. De bloesem is hier nu pas in volle bloei. En we zijn in de buurt van Pyeongchang, waar de winterspelen waren. Mensen kennen ons hier als we 'Nederland' zeggen, bij het woord 'Holland' kijken ze je onbegrijpend aan. Heeft volgens ons ook met Pyeongchang te maken.
Jammer dat het zo moeilijk is contact te maken. Mensen roepen soms tegen ons, steken duimen op en beginnen tegen ons te praten als ze begrijpen dat we uit Nederland komen. Maar dan stokt het gesprek door de taal. 


zaterdag 28 april 2018

Ook het politieke tij keert

In het krabrestaurant zagen we op een groot scherm de hug tussen de leiders van de twee Korea's . De andere restaurant bezoekers bleven er wat onberoerd onder. Er gingen wel duimen omhoog toen Frans uitsprak 'peace now!'.


vrijdag 27 april 2018

Het tij kan keren

In Nederland is het koningsdag, maar wij vechten tegen een zware storm en ik verlies. Gelukkig geeft Frans het ook op. We fietsen langs de kust, door de heel forse tegenwicht op kop staan we zowat stil en ik ben bang tegen de vlakte te gaan. Mijn tanden knarsen van het strandzand en in de luwte van een huis komen we even bij. Een mevrouw haalt ons binnen in een soort bijgebouwtje, waar we kunnen zitten en ook slapen. Er liggen matrassen en kussens. Ze voorziet ons van ijskoffie. We weten niet goed wat te doen. 
Frans valt in slaap, ik haal mijn I-pad uit mijn fietstas en lees in Klont van Maxim Februari. 'Later op de dag wordt het beter' zegt Frans hoopvol. We eten onze lunch. De wind is nog niet geminderd. We besluiten terug te gaan naar het vorige dorp, waar hotels zijn. Eenmaal onderweg lijkt de wind mee te vallen. Weer omgekeerd, maar na een aantal km neemt de wind mijn brein over. Die windvlagen, dit houd ik geen 40 km vol, dadelijk ga ik alsnog onderuit. Ik wil terug, naar het dorp waar we koffie dronken en waar hotels zijn. Frans geërgerd. Hij wil wel door. We komen terecht in een tamelijk luxe boutique-hotel. Na wat rust bezoeken we het vissersdorp. Er liggen veel boten in de haven en de visafslag vergaat van de krabben en octopussen. 

We gaan krab eten. De kok is dolenthousiast als hij hoort dat we op de fiets zijn. Hij wil foto's van ons en inmiddels ben ik op facebook bevriend met hem, Yüli Shi, en heeft hij me al in vier boodschappen laten weten onze foto's mooi te vinden. De weer-app belooft beter weer voor morgen. Het is behaaglijk op onze hotelkamer. Het tij lijkt weer gekeerd.

donderdag 26 april 2018

De oostkust

De zon schijnt weer. Het is fris, maar na al die regen is dit een zegen. De kustplaatsen bereiden zich voor op het hoogseizoen. Veel is nog dicht. Er wordt volop geknutseld, gebouwd en gepoetst. Ons hotel in Wolpo Beach is niet geweldig. Onze kamer is op de vierde etage en het warme water voor de douche is kennelijk nog niet zover geweest dit seizoen. Het duurt een eeuwigheid eer het water een beetje warm wil worden. Internet doet het eerst helemaal niet, later weer wel en de Chinees sluit als we daar willen eten. Dan maar een maaltijd laten opwarmen bij 7-Eleven, een convenience store (supermarktje), waar een paar bouwers van het hotel ons meteen maar een paar grote appels cadeau doen.
We slapen als rozen op het bed, dat niet is voorzien van een bovenlaken. Daar waren we voor gewaarschuwd, niet ongebruikelijk hier, dus onze zijden twee-persoons lakenzak doet goed dienst.
Ons ontbijt bestaat uit sandwiches van de 7-Eleven, buiten in het ochtendzonnetje. De koffiemachine van het hotel produceert alleen viezig warm water, maar de lieve dochter van de eigenaresse voorziet ons van oploskoffie en laat ons kennismaken met haar twee dochtertjes van 2 en 6. Natuurlijk zijn we weer vertederd en vertellen we over onze kleindochtertjes!
De tocht daarna is prachtig. Afwisselend klotsen witte golven tegen de rotsen waar we vaak hoog boven fietsen en rijden we door vissersdorpjes, waar mensen druk zijn met het drogen van zeewier, netten boeten, vis binnenhalen. De krab viert hoogtij. In sommige dorpjes probeert het ene krabrestaurant na het andere ons binnen te lokken. Ze hebben hun restaurants versierd met grote nepkrabben. Er is een brug waar krabben ons toezwaaien en er zijn stalen kunstwerken en een vuurtoren, versierd met een grote krab. We moeten toch ook een keer krab gaan eten!








dinsdag 24 april 2018

Hotelkamers

Dinsdag 24 april. We blijven een dag in Gyeongju. Tijdens ons ontbijt klettert de regen tegen de ruit. Maar we hebben een heerlijk hotel. Onze fietskleding zit in de wasmachine en we hebben voor vandaag een historische wandeling en museumbezoek voor ogen. Paraplu van het hotel.

Zodra wij op een hotelkamer komen gaat Frans aan de slag. Staan de fietsen veilig, hoe werkt internet, de verlichting, de airco, de douche, de pas/sleutel van de kamer? Hebben we voldoende stopcontacten voor onze opladers? Hoe werkt de wasmachine? Hoe zit het met het ontbijt? Hoe laat moeten we uitchecken?




Hij begint hiermee en ik stel me die vragen pas als ik iets nodig heb. Dat betekent dat ik nogal eens vraag: hoe werkt dit Frans? Hoe moet dit? We hebben hier nooit afspraken over gemaakt. Het heeft met de natuurlijke nieuwsgierigheid van Frans te maken. Hij wil overal het naadje van de kous van weten. Of het nu om een rijstplantmachine gaat of om de verlichting op onze kamer, hij wil weten hoe het werkt. Hij weet dus ook heel veel. 😇

De historische wandeling en het museum zijn de moeite waard. We lopen langs grote grafheuvels. De collectie van het museum gaat terug tot de steentijd, de bronstijd en de vroege middeleeuwen. Prachtige oude sieraden, jade en prachtig gekleurd glas, gouden kronen, mooie potten. De Shila-dynastie, die hier vanaf de tijd dat in ons werelddeel Ceasar Gallië en Batavieren onderwierp, meer dan 1000 jaar heerste, introduceerde het Buddhisme. Mooie beelden van Buddha, zowel in het museum als in de tuin. Koude dag, maar mooi.






Reizen, soms afzien.

Afgelopen zondag hadden we een zware dag. Eerst 17 km de drukke stad Busan uit. Vervolgens een pad wat niet te fietsen blijkt. 10 km terug dus maar. Fietsen over steile weggetjes. Soms de fiets af. Moe en het klimmen zat komen  we aan de kust uit. Het is koud, het waait hard en begint te regenen. We komen terecht in een love- motel. Duistere gang met zachtroze verlichting, grote kamer en badkamer. Voorzien van massage-olie, bodylotion en condooms. We slapen er heerlijk.
Maandag opnieuw regen, regen, regen. We besluiten de grotere weg te kiezen om niet te hoeven fietsen over mooie steile weggetjes die ons ontgaan vanwege de regen. Veel vrachtwagens, druk. Ellendige dag. Aangekomen in het Sugar hotel, mooi hotel, ontdek ik dat ik mijn toilettasje in het lovehotel, 73 km terug, heb laten liggen. Mijn leren toilettasje, nagelvijl, pincet, oogschaduw, dure Babor oogpotloden, lipstick en mascara, mijn handspiegeltje en pareloorbelletjes. Wat een dag. We doen voor €60,-- inkopen in een duur ogende beauty-shop en gewapend met chique cadeau-gezichtscrèmes keren we, weer wat tot rust, terug in ons hotel.



zaterdag 21 april 2018

Cultuurschok

 We hebben Kyoto verlaten en met de Shinkansen keren we terug naar Fukuoka. Onze fietsen staan ongedeerd bij het hotel en onze bagage, keurig gelabeld, in de lobby. De zon schijnt en we doen een nieuwe poging de grootste Japanse houten Buddha te bezoeken. Dat lukt deze keer. We steken een kaarsje op en een wierookstokje aan. De Buddha is indrukwekkend, 16.1 m hoog. Fotograferen mag eigenlijk niet..


De ferry naar Busan in Zuid-Korea is meer een cruiseschip, zo groot. Je zou verwachten dat wij komend in Japan een cultuurschok ervaren, maar die ervaring krijgen we door Zuid-Korea. Al op de boot valt ons op wat een druktemakers de Koreanen zijn. Zowel de mannen als de vrouwen schreeuwen tegen elkaar. Als ze bellen hoor je dat meters verderop. Zo tegengesteld aan de Japanners, die geen ruimte lijken in te nemen en elkaar zachtjes en buigend toespreken. Zes uur later zien we de skyline van Busan en zijn we in Zuid-Korea. We fietsen naar ons hotel en ervaren dat de automobilisten hier niet zo gedisciplineerd rijden als in Japan. Het gaat hard en ongeduldig. 



Eenmaal geïnstalleerd wandelen we wat rond. We voelen ons ontheemd die eerste avond. Er ligt afval op de trottoirs, lege koffiebekers, plastic tasjes, iets wat je in Japan nooit ziet. Daar is alles spic en span. Zwervers, die we in Japan nauwelijks hebben gezien. We willen geld pinnen, maar de verschillende ATM's geven allemaal een error aan. We hebben nog wel enige reserve omdat we wat Japanse yens hebben gewisseld voor Zuid-Koreaans wons, maar niet genoeg om lekker vrij te kunnen bewegen. En geen leuk eethuisje te vinden. We missen Japan..

Gelukkig klaart zaterdagochtend de hemel op. Al drie nachten word ik wakker met pijn aan mijn oog. We willen een oogarts bezoeken, maar hebben nog steeds geen geld. We hebben ook nog steeds onze fietsroute door Z.Korea niet bepaald. Een meisje op het toeristenbureau gaat voor ons bellen. Ze wijst ons op een bank bij het station, waar ze westerse kaarten accepteren. Ze belt naar een oogkliniek, die om de hoek blijft te zitten en tot 12.30 open is. Het is immers zaterdag! Ze geeft ons een adres waar ze fietsroutes hebben.
Geld pinnen lukt bij de aangewezen bank zónder errors. De oogarts, helemaal geen wachttijd, constateert een ontsteking en een beginnende staar. Geen lenzen meer adviseert hij. Hij schrijft druppels en tabletjes voor om de ontsteking te bestrijden. We kopen een goedkoop leesbrilletje en dan wagen we ons in de metro en de bus naar het fietsinformatiecentrum. Koreanen die Engels spreken helpen ons graag. We voelen ons al meer thuis. Zondag weer op de fiets. Heerlijk.




woensdag 18 april 2018

Tempels en heiligdommen

In Kyoto dompelen we ons onder in het tempelgebeuren. De Buddhistische tempels maken het meeste indruk. Ze zijn vaak prachtig, van zwaar hout en versierd van met bladgoud bedekte ornamenten. Mensen gedragen zich eerbiedig, schoenen uit in de tempel en stil. 


De heiligdommen (shrines) geven vorm aan het Shinto. De shrines zijn kleiner en eenvoudiger dan de Buddhistische tempels. In deze heiligdommen volgen mensen het voorgeschreven ritueel, de handen wassen, de bel luiden, tweemaal buigen, klappen en dan een wens doen. Bidden voor succes in de liefde bijvoorbeeld. Soms zien we dat mensen het erg serieus doen, soms, vooral als ze samen met anderen zijn, lachen ze om zichzelf, maar ze doen het wel. Ik voel me nog niet geïnspireerd genoeg om ook aan het ritueel deel te nemen. Ik zie het meer verwonderd aan. Ik weet nog dat ik als kind ergens in het voorjaar 's morgens vroeg drie dagen na elkaar van mijn vader naar de kerk moest om te bidden voor de vruchten der aarde. Vergelijkbaar? Ook een wens denk ik. Mensen hebben hoop en willen hun hoop kunnen sturen lijkt het. Dat is in elke religie gelijk.


Bij de tempels en shrines die we bezoeken, toeristische trekpleisters inmiddels, zien we veel als geisha geklede meisjes en vrouwen. De geisha-kleding is in de omgeving van de tempels en shrines te huur. De meisjes worden mooi opgemaakt en gekapt en trippelen dan voorzichtig rond. De rok van de kimono heeft geen split en de in witte kousenvoeten gestoken teenslippers zorgen ook niet voor snelheid. Het is wel mooi om te zien. Er zijn ook een paar jongens/mannen die zich hebben gehuld in traditionele kleding. Oogt wat vreemder dan de kleding van de vrouwen.
Het oude beroep van geisha bestaat nauwelijks nog. De geisha was een in dans en/of muziek goed opgeleide professional, die mannen 'onderhield', als gastvrouw. Ze was beslist geen hoer.



Wat zijn de Japanners meesters in het aanleggen van sprookjesachtige tuinen. Onze wandeling over het pad van de filosofie naar de Ginkakuji Temple, cultureel erfgoed, gaat door een tunnel van kleur, een diversiteit van bloeiende planten, struiken en bomen omzomen het pad. Aan het eind de Buddhistische tempel met weer een wandelpad. Dit keer bergop met een mooi zicht op de tuin.




Kyoto is een prettige stad. De grote, brede wegen doen ons aan New York denken. De kleine straatjes daarachter kennen  leuke winkeltjes, restaurantjes en galerietjes en een grote overdekte versmarkt met voor ons exotische artikelen. De tempels liggen vooral aan de rand van de stad. We lopen dus heel wat af, maar het is allemaal zó de moeite waard. We zijn in ons element.






zondag 15 april 2018

Stress

We hebben een verkeerde hotelboeking gedaan in Kyoto. Dat is schrikken en het kost een hoop tijd om dat weer recht te zetten. 
We willen volgende week met de ferry naar Zuid-Korea en komen er maar niet achter of we deze moeten reserveren. De taal vormt een bijna onoverkomenlijke barrière. We krijgen niet duidelijk gemaakt wat eigenlijk onze vraag is. We krijgen, na een bezoek aan het toeristenbureau op het enorme Hakata-treinstation in Fukuoka een verwijzing naar een agentschap, daarna weer een ander agentschap en uiteindelijk een telefoonnummer, waar ze ons in het Engels te woord zouden staan. Dat betekent 5 minuten een muziekje, waarna we het opgeven. Een vriendelijk medewerker van een agentschap hoort tenslotte onze frustratie aan, blijkt ons te begrijpen en belt voor ons, waarna we kunnen boeken. Toen nog treintickets voor Kyoto en uitzoeken hoe we met de bus in het Kyushu Nationaal Museum komen. Als we eindelijk in de bus zitten zijn we blij even rust te hebben. Wat een geregel! 



Op weg naar het museum bezoeken we een shrine, een heiligdom in een wonderbaarlijk prachtige tuin met heel veel oude bomen. Het is druk. Veel Japanse toeristen op deze zaterdag, maar het contrast met de busreis door weer lelijke voorsteden en druk verkeer is enorm. De sfeer is sereen en dat midden in de stad  Dazaifu. Het museum is een kolossaal modern en prestigieus gebouw met een weergave van de Japanse cultuur vanuit een Aziatisch perspectief. Ook hier kunnen we in alle rust de tentoonstelling bekijken. Dat kenmerkt de Japanner jnmiddels voor ons. Al zijn er nog zoveel mensen het is rustig. Ze lijken geen ruimte in te nemen, ze praten zacht en als ze willen passeren doen ze dat met een vriendelijke, bijna verontschuldigende buiging. 





Zondag het volgende avontuur: met de Shinkansen, de snelle trein, naar Kyoto. Comfortabel, exact op tijd en 650 km met 6 stops in nog geen 3 uur. Daar kan onze TGV niet aan tippen! Op het perron staat precies aangegeven waar ons rijtuig stopt. Er gaat geen tijd verloren met zoekende en hollende mensen. Het in- en uitstappen is in een mum gebeurd. Mensen blijven overal keurig in de rij staan bij het wachten op de bus en bij het in- en uitstappen van de trein. Dat voelt erg prettig. Niemand duwt tegen je aan of raakt geïrriteerd.




vrijdag 13 april 2018

De voorsteden

Het is een crime om hier een stad in of uit te rijden. Japan is dichtbevolkt en de bevolking concentreert zich in de steden. Het platteland veroudert en loopt stilletjes aan leeg. De wegen rondom de steden zijn verschrikkelijk druk. Dat is voor fietsers niet leuk. De fietspaden zijn slecht, het zijn gewoon de trottoirs die bestemd zijn voor voetgangers en fietsers. Dus rijden we voornamelijk over de weg. Gelukkig zijn Japanse automobilisten erg gedisciplineerd en houden ze veel rekening met ons door met een grote boog om ons heen te rijden. Maar ik blijf het afschuwelijk vinden een grotere stad binnen te rijden langs al die schreeuwerige reclames. 




Zodra we een stad uit zijn wordt het landschap lieflijk, heuvelachtig of bergachtig met van die mooie traditionele Japanse huizen met hun verschillende dakjes. Dat ziet er echt exotisch uit. Het is dus echt niet alleen kommer en kwel. 
Mensen buiten de steden hebben meestal ook een tuintje van een paar meter rondom het huis. Sommigen hebben hun tuin vol potten met bloemen staan, anderen hebben de tuin gevuld met gesnoeide bomen en struiken. Wij noemen het Bonsai-cultuur. Wat ons opvalt is dat mensen geen tuinmeubelen in hun tuintje hebben. Een zitje om even van het buiten-zijn, of, zoals nu, de eerste zonnestralen te genieten, dat past kennelijk niet in hun leefpatroon, zoals op een terrasje-zitten niet lijkt te voorzien in een behoefte. Tuinen liggen ook meestal aan de voorkant van de huizen. Bedoeld om naar te kijken, niet om in te zitten?
Appartementen hebben meestal balkons, maar ook die worden niet gebruikt als terrasje, maar om de was te drogen.  









woensdag 11 april 2018

Onze pauzes onderweg

Tijdens fietsdagen houden we onze pauzes in kleine supermarkten langs de weg. We missen een terrasje voor een kopje koffie, maar de Lawson Stations, de Family Marts en de 7-Elevens hebben heerlijke koffie, lekkere sandwiches en gevulde gestoomde broodjes. Vaak hebben ze ook nog een zitje of een bankje buiten en je kunt er naar het schone en moderne toilet. Ze zijn favoriet bij ons.