Onze laatste dag in Montenegro was een
lange fietsdag langs een drukke kustweg. Toen we moe waren bleek de
camping die we voor ogen hadden er niet te zijn. We besloten dan maar
eens een 'sobe', een kamer bij particulieren, te proberen. De kamer
van de vriendelijke vrouw die ons binnenhaalde was wel erg sober. Ze
had nog wel een alternatief: een apartmani, een appartement. €60,--
voor een kamer met een kookplaat en een douche. We kregen er nog wel
€20,-- af, maar voelden ons toch bekocht, zeker toen we van anderen
later hoorden dat we ook voor de helft terecht hadden moeten kunnen.
Dat hebben we dan weer geleerd.
Dinsdag vertrokken we via een klein
weggetje richting Albanese grens. We hadden een prachtig uitzicht
over de Adriatische zee. De grensovergang werd geblokkeerd door een
koe. In Albanië was alles dicht en we kwamen er achter dat het feest
was, omdat de Ramadan was afgelopen. De weg naar Shköder, waar we
nader wilden kennismaken met Albanië, was leuk. Smal weggetje, leuke
dorpjes, ezeltjes langs de weg. Maar ook naast de hoofdweg
onverharde, dus stoffige wegen naar de huizen toe en hééél veel
plastic in de berm.
We hebben lekker gegeten en koffie
gedronken met een bareigenaar die redelijk engels sprak. Hij vertelde
ons over de corruptie bij de mensen die zouden moeten investeren in
betere wegen, electriciteit en de watervoorziening. Er is veel
werkloosheid. De gezellige drukte op straat duurt maar een uur, want
mensen kunnen niet zomaar ergens gaan zitten om wat te drinken. De
mensen op de terrassen zitten soms uren op een kopje koffie en hun
glaasje water.
Onze rit naar Tirana was echt
gevarieerd. Van een mooi klein weggetje tot een weg in reconstructie,
dat wil zeggen géén weg meer. Toen maar naar de autostrada en met
de weg in de rug ging dat in een sneltreinvaart. Dank zij de Lonely
Planet vonden we hier, evenals in Shköder een heel leuk, sympathiek
hotel. Meer een guesthouse.
Is Albanië een arm land vragen we ons
af. Op het oog niet. Mensen zijn goed gekleed en vriendelijk. De
huizen zien er niet slecht uit. Het is complex vermoeden wij zo. We
zien veel kenmerken van een informele economie. Veel kleine
initiatieven: héél veel autowasserijen. De auto is een
statussymbool (veel oude Mercedessen). Veel kleine koffiebarretjes,
pizzatentjes en minimarktjes (een kleine supermarkt). Daarnaast veel
leegstaande fabriekscomplexen, slechte wegen, reconstructie waar niet
veel gebeurt, onafgebouwde huizen en kantoorgebouwen, vuilnis in de
berm, maar ook veel mooie grote hotels en restaurants. Voor de happy
few?, of voor de emigranten met hun patserige auto's?
Een Islamitisch land is Albanië in
naam, maar ook weer niet voor het oog. Behoudens de moskeëen , die
er genoeg te zien zijn en van waar je de geestelijke zo nu en dan tot
gebed hoort oproepen. "Och", zei de barman in Shköder, "die man doet
ook zijn werk". We hebben sporadisch een vrouw met een hoofddoek
gezien. Dat zou ook boerenklederdracht kunnen zijn. Zwarte kleding en
een witte doek op het hoofd. De meisjes en vrouwen lopen heel zomers
gekleed in luchtige jurken en hemdjes en op de terrassen zie je iets
meer mannelijke bevolking, maar vrouwen zijn gelukkig ook goed
vertegenwoordigd.
Eveline