Effefietsen

Effefietsen

maandag 21 mei 2018

21 mei, tweede Pinksterdag.


Vanuit ons slaapkamerraam op de tiende verdieping kijken we uit op alleen maar ramen van de kantoorkolossen aan de overkant. Het is onze laatste dag in Seoul. De fietsen heeft Frans keurig in noppenplastic gepakt. Noppenplastic, dat Jay, onze warmshowersvriend via internet in ons hotel heeft laten bezorgen. Onze bagage voldoet qua gewicht volgens onze inschatting wel aan de norm van de vliegmaatschappij. We vliegen pas vanavond. 



Om 12.00 uur moeten we in het hotel uitchecken. De musea zijn dicht, maar het is mooi weer, dus dat wordt een dagje parkwandelen en hangen vrees ik. Of toch nog even wat fitnessen

Een moment voor reflectie. We waren misschien wat te vroeg in het jaar met onze fietsreis. We hebben veel regen en wind gehad, maar later in het jaar wordt het weer benauwd warm. In Japan waren we deelgenoot van de rijke kersenbloesems. We hebben daar  veel op drukke wegen moeten fietsen, maar hebben ook genoten van het prachtige kustgebied. De bevolking concentreert zich in de steden, waardoor het op het platteland rustiger fietsen is. Zuid-Korea is echt een ander land. Japanners zijn voorkomend, zonder nederig te zijn. Ze zijn vriendelijk, alles is superschoon. Japanners zien we niet ergens lekker zitten om te genieten van eten, koffie, een drankje. Het oogt allemaal efficiënt. 
Koreanen lijken relaxter. Luidruchtiger ook, extraverter en het is er zeker niet schoon. Op straat liggen koffiebekertjes, plastic en gewoon straatvuil. Maar de fietspaden zijn fantastisch. Koreanen gaan op pad in hun vrije tijd. Ze kamperen, ook met minder weer, picknicken in de parken, fietsen, wandelen, drinken koffie op terrasjes. Het arbeidsethos en de prestatiedruk zijn volgens Jay en Jenny vergelijkbaar en erg hoog, maar dat zien wij niet.
Het leven in de drukke steden met overal grote verkeerswegen op enorme viaducten en gigantische torenflats zou ons leven niet zijn, maar wandelend tussen de kolossen met onderin winkeltjes, koffietentjes en restaurantjes, speeltuinen, komt de menselijke maat weer dichterbij. 
We hebben twee afwisselende maanden gehad. We hebben  veel geleerd over de verschrikkelijke gevolgen van de atoombommen op Japan, de Koreaanse oorlog en de veerkracht van de mensen. In recordtempo hebben de landen zich ontwikkeld tot welvarende landen. 
We kijken terug op een bijzondere reis.






zaterdag 19 mei 2018

Seoul

Korea heeft 51.3 miljoen inwoners en 10 miljoen daarvan wonen in Seoul. Het grotere metrobereik meegerekend ( inclusief de voorsteden vul ik in) zelfs 25.6 miljoen. Bijna de helft van de bevolking is dus gesitueerd in deze kolos. 

Onze eerste  kennismaking met de stad is niet fijn. Geen stad om meteen verliefd op te worden. Het regent, we verlaten het fietspad te vroeg, waardoor we in de steile straten met immense hoogbouw en druk verkeer verzeild raken. Sommige stukken zijn zó steil, dat Frans zijn fiets moet neerzetten om mij te helpen met duwen. Ik ben moe, zie alleen mensen, die weggedoken onder hun paraplu meewarig naar ons kijken en geloof niet dat we het hotel nog zullen vinden. Dank zij de GPS en Frans zijn alertheid komen we er.

Na een nachtje slapen ziet alles er weer beter uit. De regen houdt op en we maken een mooie wandeling naar het Leeum Samsung Museum of Art. Traditionele Koreaanse kunst wordt geplaatst naast Giacometti, Rothko, Damien Hirst. Buiten zijn een paar opvallende spiegelende beeltenissen van Anish Kapoor opgesteld  en de vleugel met Boeddhistische kunst mag er zijn. 





Het chique museum ligt in een moderne wijk, sfeer P.C.Hooftstraat. 
Een heel ander karakter heeft het museum van de Koreaanse oorlog (1950-1953). Buiten staan tanks, vliegtuigen, raketten en allerlei ander oorlogsmateriaal opgesteld. Binnen tonen foto's, video's en teksten de verschrikking van deze oorlog, en van alle oorlogen vind ik, aan. Oorlog dient nergens toe, kent alleen verliezers en maakt alles wat, soms in jaren en zelfs eeuwen, met zorg is opgebouwd kapot.





Zaterdag worden we al vroeg in het hotel opgehaald. We hebben ons aangemeld voor een excursie naar DMZ, de Demilitarized Zone, het niemandsland tussen Zuid en Noord-Korea, waar de twee tot nu toe vijandelijke presidenten elkaar onlangs de hand schudden. De excursie is niet spectaculair. We bezoeken een door Noord-Koreanen aangelegde tunnel om in het Zuiden te infiltreren, vanaf een observatieheuvel kijken we naar Noord-Korea. Het is toch vreemd naar een land te kijken waar mensen een totaal ander bestaan leiden dan de mensen in het welvarende zuiden. 



We worden afgezet in de buurt van het stadskantoor en maken een wandeling langs paleizen en drukke winkelstraten.   
Het afschrikwekkende van de gigantische woon- en kantoortorens, de torens in het Chassépark zijn er dwergjes bij, valt helemaal weg. Het is leuk door de straten te lopen met de koffiezaakjes, de winkels de restaurantjes. De stad krijgt een menselijke maat. Het verkeer is druk, maar het is prachtig weer en kinderen laten zich vrolijk natspuiten in de vele fonteinen. 


Mensen flaneren. Er wordt muziek gemaakt. Jonge mensen gaan in de buurt van de paleizen traditioneel gekleed. Niet in kimono, zoals in Japan, maar in wijde hoepelrokken met een kort lijfje erboven. De paleizen zijn historisch Koreaans en de traditioneel geklede mensen willen hun verbondenheid met Korea intenser beleven. Mooi. Wat een leuke stad is Seoul voor ons inmiddels.


woensdag 16 mei 2018

Op weg naar Seoul

Een paar relaxte dagen. Het is mooi zonnig weer en het fietspad langs de Han richting Seoul is verrassend afwisselend.



Woensdag 16 mei hebben we een heel korte fietsroute. We bezoeken eerst een Boeddhistische tempel. Frans schrijft een wens op een dakpan die straks een plaats ergens in de tempel krijgt: dat alles voor ons, onze kinderen en kleinkinderen goed mag blijven. 



We zijn ons nog bewuster van het pluk de dag gevoel nu een goede bekende van ons gisteren is gecremeerd. We betreuren het dat we er niet bij kunnen zijn. Het leven is kostbaar, maar oh zo kwetsbaar.
Na het bezoek aan de tempel zijn we toe aan koffie. Dat is hier geen probleem. De koffiezaakjes rijzen als paddestoelen uit de grond, zoals bij ons de lunchtentjes. Wij vinden ze leuk, omdat ze een westerse uitstraling hebben denk ik. Mooie designstoeltjes, een terrasje en een scala aan lekkere koffies, Americano, latte macchiato, cappuccino en onze favoriet: moccakoffie. 
Als we Koreanen vragen of ze Engels spreken krijgen we vaak als antwoord 'a little' en dat blijkt dan best mee te vallen. Jay en Jenny vertelden ons dat er op school wel Engels wordt onderwezen, maar alleen schrijven en lezen en geen conversatie. Vandaar waarschijnlijk de aarzeling.
Als we eenmaal onderweg zijn begint het te motregenen. Niet onverwacht, de weer-app had erger voorspeld. Na de mooie dagen die we achter ons hebben deert het ons niet. We genieten van de rivier, de mooie fietspaden en dat we hier samen fietsen. 
Als we overvallen worden door een hevig onweer bereiken we net 
op tijd zo'n charmant houten huisje, zoals er velen langs het fietspad staan. De huisjes zijn bedoeld om even uit te rusten, in de schaduw te picknicken, of, zoals vandaag, als schuilplaats tegen regen en onweer.
We zijn letterlijk in de wolken. Rivier en bergen zijn onzichtbaar. Nu en dan wordt de lucht opgelicht door een witte flits. Het knettert. Na een half uur zware regen wordt het lichter. Het is prachtig om te zien hoe de wolken de overkant van de rivier weer zichtbaar maken en tegen de bergen een doorschijnend mistgordijn schuiven, waardoor de bergen een vaag silhouet vormen. 





We gaan weer op pad en verbazen ons over de hoeveelheid rotzooi die in deze korte tijd van de berg is gekomen.



zondag 13 mei 2018

Warmshowers

Op weg naar Jay en Jenny (Engelse namen, omdat hun Koreaanse namen ontoegankelijk zijn voor westerlingen) boeken we een hotel in de buurt van het station. We gaan met de trein naar Daejon, waar zij wonen. Vorig jaar, tijdens hun huwelijksreis per fiets door Europa, hebben zij bij ons gelogeerd. We hadden toen al plannen om Japan en Zuid-Korea te bezoeken en moesten hen toezeggen dat we hen dan zouden bezoeken en zo gaat nu geschieden.
Het valt ons niet gemakkelijk een keuze te maken uit de vele motels bij het station. Het blijken allemaal van die lovemotels te zijn, zogenaamde business-hotels, niet op de eerste plaats bedoeld voor overnachten. We nemen de gok. Komen terecht in een gigantische kamer en prachtige badkamer, maar donker. Niet echt wat we prettig vinden. 




De auto van de gasten hoeft niet gezien te worden.

Jay haalt ons van de trein. Hij is net dertig, Jenny is zesentwintig. Ze hebben heel bewuste keuzes gemaakt in hun korte samenzijn. Jay had een eigen internetbedrijfje en kon dit goed verkopen. Nu studeert hij, Jenny ook. Van het geld dat hij met de verkoop overhield huurt hij een mooi appartement. Ze kunnen er gemakkelijk een paar jaar van leven.
Op zaterdag worden we wakker op de achtste verdieping van de gigantische torenflat waarin Jay en Jenny wonen. Die flats zie je hier in iedere grotere plaats aan de horizon opdoemen. Korea heeft relatief veel inwoners en is erg bergachtig. Het is woekeren met bouwruimte. Tussen al die woontorens is trouwens een best gezellig, bijna Europees, winkelgebied.




Het wordt een dag met alleen maar regen. We gaan tóch naar het forest. We zijn niet alleen. Koreanen laten zich niet kisten door slecht weer. 



Na een mooie wandeling door het bos met hoge sequoia-bomen worden we hartelijk ontvangen door de ouders van Jenny. We krijgen een traditionele Koreaanse lunch, wat overigens hetzelfde is als het Koreaanse ontbijt en het diner. Soep, salades, vlees met soep en noodles, groenten en rijst.


We bekijken de grote potten in de tuin. Potten die we elders ook buiten hebben zien staan en die gebruikt worden om groenten en vlees te fermenteren. 


Het wordt een warm afscheid. We bezoeken twee musea voor hedendaagse kunst. Vaak moeilijk te begrijpen vinden wij, maar deze tentoonstellingen zijn erg de moeite waard. 



Een fijne dag die we afsluiten met veel discussie. Over de arbeidscultus, zowel in Japan als in Korea. Officieel werken Koreanen 8 uur per dag, maar in de praktijk werken ze veel meer. Ze verdienen goed, maar er is geen leven meer naast het werk. Jay en Jenny willen niet deze 'Asian way of work'. Ze willen meer vrijheid om een leven te hebben met vrije tijd en om te kunnen reizen. Ze willen daarom niet voor een baas werken, want dan wordt gewoon van je verwacht dat je van 07.00 tot 21.00 of later werkt. Ze worstelen met de vraag of ze kinderen moeten krijgen. Waar blijft de tijd?
Voor veel jongeren in Korea is het leven niet gemakkelijk. Ze moeten veel uren maken op de universiteit om te voldoen aan de prestatie-eisen. Daarna kunnen ze naar de arbeids-slavernij. Het aantal suicides onder jongeren is, evenals in Japan, hoog.
Jay omschrijft zijn samenleving als heel traditioneel. Zijn vrienden kunnen niet trouwen als ze niet een huis kunnen kopen of voor meerdere jaren huren voor hun vriendin. Als hij dat niet kan, en velen hebben niet die mogelijkheid, kiest hun vriendin voor een rijkere vriend. De familie is daarbij allesbepalend. Zij eisen dat hun dochter kiest voor een man die een huis kan kopen. Er is wel enige verandering gaande, maar zeer minimaal. Jay en Jenny willen heel graag weten hoe dit bij ons gaat. Wij schrikken ervan dat dit relatief rijke en technisch gezien erg ontwikkelde land nog zulke traditionele waarden en normen hanteert. Dat zie je niet als je op de fiets zit. Jay en Jenny hebben ons veel geleerd over de Koreaanse cultuur. Verrijkt keren we terug naar ons donkere liefdeshotel.



zondag 6 mei 2018

Langeafstandsfietspaden

Dat is geweldig, die fietspaden. Er loopt een vierrivierenpad van het uiterste zuidelijke puntje van het schiereiland tot aan Seoul, meer dan 600 km. Daar fietsen we nu op, weg van de autowegen en door het mooie groene bergland. Om steile bergklimmen te vermijden zijn we met de bus van de kust het land in gegaan, over de autoweg met héél veel tunnels. Daarna het fietspad langs eerst de Bukhan gang en nu de Han gang, mooi, maar een sterke wind tegen. Wind die in onze oren dondert, ons beperkt in onze snelheid en ons zicht op de mooie omgeving.


 Het wordt eentonig voor de lezer. Zondagochtend in onze strakke, moderne hotelkamer worden we gewekt door de regen. Gelukkig belooft de weerapp in de middag verbetering en hoeven we pas om 12.00 uur uit te checken. De tocht van vandaag is maar 33 km. We hebben een 'dikke' digitale NRC. De tijd gaat snel..
De regen is niet echt koud. We hebben wind mee en we genieten van het prachtige groen, de heuvels, het mooie fietspad, de rivier.


Na een klim regent het even erg hard en schuilen we, met toestemming, op een bank onder een parasol in de voortuin van mensen. Als we een tijdje de regen weg zitten te kijken brengt de eigenaar ons twee kopjes Koreaanse thee, meer cup-a-soup, maar lekker warm en erg hartelijk. Die hartelijkheid ontmoeten we later weer bij een poosplaats, waar een paar fietsers op Koga's ons uitnodigen voor een break. We hebben een leuk gesprek met hen over onze fietsen. Het merk Santos is volgens hen in Korea heel beroemd, iets wat in ons land, waar ze gemaakt worden, alleen geldt voor het "wereldfietserswereldje". Ze voorzien ons van koekjes. In de weekends maken Koreanen graag gebruik van de fietspaden. Dat is leuk voor ons, die ontmoeting met soortgenoten en bij de regen met lotgenoten. 
We stoppen in wat aanvankelijk een wat oubollig hotel lijkt, maar onze kamer is heel groot en mooi. Onze badjassen hangen klaar en het uitzicht op de rivier is schitterend. Wat een leuke dag.


woensdag 2 mei 2018

Terug naar de kust

Als ik om 06.00 uur wakker word hoor ik de regen op het raam van onze torenkamer kletteren. Ja, we hebben een heuse torenkamer in een hotel met de architectuur van een kasteel. De weerapp belooft niet veel goeds en Frans oppert om de dag maar lekker in bed door te brengen. We doen onze ogen nog even toe maar om 08.00 uur ziet het weerbericht er iets gunstiger uit. We gaan op weg richting kust met 400 behoorlijke  stijgingsmeters in het vooruitzicht. Als we, na de nodige rustpauzes om weer op adem te komen, de 960 meter bereiken bevinden we ons in een dichte mist. Het beloofde koffiehuis is dicht. Een wolkendek omhult ons en in het niets dalen we voorzichtig af. 


Het is heel koud en als we veel lager een bordje café zien remmen we allebei af. De koffie in de, in een berghutsfeer ingerichte kamer, verwarmt ons. We krijgen van de uitbaatster ieder zomaar een paar nieuwe werkhandschoenen aangemeten om de warmte van onze handen vast te houden. 


We fietsen Jumunjin binnen. Een druk vissersplaatsje aan zee. We kiezen voor een room met 'oceanview'. In de mooie lichte kamer halen we onze sandwiches  te voorschijn en kijken terug op het slechte weer dat ons wel vaak treft deze reis.
Na een wandeling langs de vele visstalletjes eten we in een warm visrestaurant. 



De eigenaar, die op heel veel foto's in zijn zaakje te zien is, blijkt een fervent bergbeklimmer te zijn geweest. Hij heeft de hoogste toppen van elk continent beklommen en toont zich vereerd met onze belangstelling. Wij hebben natuurlijk ook enige berg-ervaring, waaronder bv. de hoogste top van Afrika. Zijn vrouw maakt een grote schaal vis voor ons. Krab, inktvis, grote garnalen en slierten van een soort taugé komen op een brander op tafel, vergezeld van een grote schaar en een aantal schaaltjes met ingelegde koolbladeren en zeewierbladen. De vis kookt en wij kijken vragend, met de bedoeling de brander wat lager te zetten. 


De vrouw interpreteert dit als een verzoek om hulp en met vaardige handen knipt ze de inktvis en de krab in stukken, ontdoet de garnalen van kop en staart en legt de schoongemaakte vis op onze schoteltjes, overgoten met het wat spicy kookvocht. 'OK'? vraagt ze en wij kunnen aan de slag. Het is lekker puur eten.



dinsdag 1 mei 2018

Jeongseong

In Jeongseong dwalen we over de overdekte markt. We zien er veel voor ons onbekende kruiden en wortels. We gaan hier wat eten. Er zijn verschillende stalletjes waar je wat kunt bestellen, maar daar is weer het taalprobleem. Wat is dit allemaal? Er zijn wat behulpzame mensen die ons  in gebrekkig Engels uitleg geven. We bestellen een schoteltje met vis en bij de buurvrouw allerlei groenten. Lekker. Een beetje spicy, maar wel leuk om zo een maaltijd samen te stellen. 
Het Koreaanse eten vinden we tot nu toe niet bijster lekker. Veel noodles, kip en aan de kust is vis favoriet. Moeilijk om te kiezen. We krijgen vaak plaatjes voorgeschoteld als we vragen om een English Menu, maar daarop kun je toch meestal niet zien wat het is. Communiceren is moeilijk, dus gokken dan maar..




Op 1 mei fietsen we een mooie route langs de rivier richting de pistes van Pyongchang. De boeren ploegen en planten. Er is nauwelijks verkeer en we horen alleen het ruisen van het water. Onderweg treffen we een prachtig koffiecafé aan de rand van een romantische botanische tuin. Het is mondain in Korea, koffiezaakjes met koffie in allerlei geuren en smaken, warm of op ijs. De Koreanen drinken het liefst ijskoffie. Mijn favoriet is Coffee Mocha, hot, not ice. We zien ze vooral in de stad, maar ook bij toeristische trekpleisters blijkt nu. Goedkoop zijn ze niet, prijs vergelijkbaar met onze Starbucks, maar lekker is het wel en het zorgt onderweg voor een welkome onderbreking.








maandag 30 april 2018

We verlaten de kust

Zaterdag was een zonnige en vrijwel windloze dag. Wat een verschil met die storm. Zo heerlijk om op ons gemakje te peddelen langs de kust. We maken een afweging: blijven we langs de kust of gaan we het land in? Dat laatste hebben we besloten en ook geweten. Wat was het zwaar. 80 km ver en 1300 m stijgen in één dag. Bijna misselijk van moeheid was ik. Dit is niet fijn meer. Gelukkig is de maandag weer relaxed. Ik zie er tegenop, weer wat stijgingspercentages in het vooruitzicht. Frans begrijpt dit niet. Hij denkt: we zijn dit aangegaan, het is soms zwaar, maar wij kunnen dit. Hij voelt zich daar relaxed onder. Ik voel me ongemakkelijk bij het vooruitzicht van wat we moeten. Achteraf is het ook meegevallen. Het is mooi onderweg. De lente komt hier later. De bloesem is hier nu pas in volle bloei. En we zijn in de buurt van Pyeongchang, waar de winterspelen waren. Mensen kennen ons hier als we 'Nederland' zeggen, bij het woord 'Holland' kijken ze je onbegrijpend aan. Heeft volgens ons ook met Pyeongchang te maken.
Jammer dat het zo moeilijk is contact te maken. Mensen roepen soms tegen ons, steken duimen op en beginnen tegen ons te praten als ze begrijpen dat we uit Nederland komen. Maar dan stokt het gesprek door de taal. 


zaterdag 28 april 2018

Ook het politieke tij keert

In het krabrestaurant zagen we op een groot scherm de hug tussen de leiders van de twee Korea's . De andere restaurant bezoekers bleven er wat onberoerd onder. Er gingen wel duimen omhoog toen Frans uitsprak 'peace now!'.


vrijdag 27 april 2018

Het tij kan keren

In Nederland is het koningsdag, maar wij vechten tegen een zware storm en ik verlies. Gelukkig geeft Frans het ook op. We fietsen langs de kust, door de heel forse tegenwicht op kop staan we zowat stil en ik ben bang tegen de vlakte te gaan. Mijn tanden knarsen van het strandzand en in de luwte van een huis komen we even bij. Een mevrouw haalt ons binnen in een soort bijgebouwtje, waar we kunnen zitten en ook slapen. Er liggen matrassen en kussens. Ze voorziet ons van ijskoffie. We weten niet goed wat te doen. 
Frans valt in slaap, ik haal mijn I-pad uit mijn fietstas en lees in Klont van Maxim Februari. 'Later op de dag wordt het beter' zegt Frans hoopvol. We eten onze lunch. De wind is nog niet geminderd. We besluiten terug te gaan naar het vorige dorp, waar hotels zijn. Eenmaal onderweg lijkt de wind mee te vallen. Weer omgekeerd, maar na een aantal km neemt de wind mijn brein over. Die windvlagen, dit houd ik geen 40 km vol, dadelijk ga ik alsnog onderuit. Ik wil terug, naar het dorp waar we koffie dronken en waar hotels zijn. Frans geërgerd. Hij wil wel door. We komen terecht in een tamelijk luxe boutique-hotel. Na wat rust bezoeken we het vissersdorp. Er liggen veel boten in de haven en de visafslag vergaat van de krabben en octopussen. 

We gaan krab eten. De kok is dolenthousiast als hij hoort dat we op de fiets zijn. Hij wil foto's van ons en inmiddels ben ik op facebook bevriend met hem, Yüli Shi, en heeft hij me al in vier boodschappen laten weten onze foto's mooi te vinden. De weer-app belooft beter weer voor morgen. Het is behaaglijk op onze hotelkamer. Het tij lijkt weer gekeerd.

donderdag 26 april 2018

De oostkust

De zon schijnt weer. Het is fris, maar na al die regen is dit een zegen. De kustplaatsen bereiden zich voor op het hoogseizoen. Veel is nog dicht. Er wordt volop geknutseld, gebouwd en gepoetst. Ons hotel in Wolpo Beach is niet geweldig. Onze kamer is op de vierde etage en het warme water voor de douche is kennelijk nog niet zover geweest dit seizoen. Het duurt een eeuwigheid eer het water een beetje warm wil worden. Internet doet het eerst helemaal niet, later weer wel en de Chinees sluit als we daar willen eten. Dan maar een maaltijd laten opwarmen bij 7-Eleven, een convenience store (supermarktje), waar een paar bouwers van het hotel ons meteen maar een paar grote appels cadeau doen.
We slapen als rozen op het bed, dat niet is voorzien van een bovenlaken. Daar waren we voor gewaarschuwd, niet ongebruikelijk hier, dus onze zijden twee-persoons lakenzak doet goed dienst.
Ons ontbijt bestaat uit sandwiches van de 7-Eleven, buiten in het ochtendzonnetje. De koffiemachine van het hotel produceert alleen viezig warm water, maar de lieve dochter van de eigenaresse voorziet ons van oploskoffie en laat ons kennismaken met haar twee dochtertjes van 2 en 6. Natuurlijk zijn we weer vertederd en vertellen we over onze kleindochtertjes!
De tocht daarna is prachtig. Afwisselend klotsen witte golven tegen de rotsen waar we vaak hoog boven fietsen en rijden we door vissersdorpjes, waar mensen druk zijn met het drogen van zeewier, netten boeten, vis binnenhalen. De krab viert hoogtij. In sommige dorpjes probeert het ene krabrestaurant na het andere ons binnen te lokken. Ze hebben hun restaurants versierd met grote nepkrabben. Er is een brug waar krabben ons toezwaaien en er zijn stalen kunstwerken en een vuurtoren, versierd met een grote krab. We moeten toch ook een keer krab gaan eten!