Effefietsen

Effefietsen

zondag 28 oktober 2012

Maryborough en Gympie


Na een dagje luieren, joggen op het strand, lezen, wandelen langs de baai, uitgebreid lunchen, hebben we weer een paar fietsdagen. Het landschap wordt groener nu we iets verder van de kust zitten. De grond is hier minder zanderig, waardoor de bomen beter wortelen en de begroeiing gevarieerder kan zijn. Ook meer klimmetjes, die hier soms echt niet mis zijn. De Australiërs schromen niet de weg met een stijging van 10% de heuvel op te laten lopen. Maryborough blijkt een verrassend leuk stadje met een echt centrum, een drukbezochte markt, terrasjes en historische gebouwen van rond 1830 en jonger.
Ook Gympie heeft een echt centrum. Andy en Claire, de gastheer en -vrouw van ons Warm Showersadres zijn 37 en hebben twee jonge kinderen, Rosie en Hamish. Ze hebben heel veel gereisd en vinden het allebei jammer dat de ziel uit veel dorpen en steden wordt gehaald doordat de winkelcentra buiten de centra worden gepland, waardoor in de hand wordt gewerkt dat mensen met de auto gaan shoppen. Hoe levendig kan het niet zijn op de Ginnekenweg. Mensen die hun boodschappen doen bij Albert Heijn, het Kruidvat, Vives, of lopen te winkelen en een kopje koffie drinken of lunchen. Ik ontmoet dáár mijn buurvrouw, zie dáár de vriendin die ik lang niet heb gesproken. Inkopen doen bij de Gamma levert dat plezier niet op. 

Het is fijn om bij ontwikkelde mensen te zijn en discussie te kunnen hebben over de samenleving en de verschillen tussen Europa en Australië, over religie, ontwikkelingshulp etc. Zij hebben zelfs allebei het boek van Hirshi Ali gelezen. Wij niet, maar we weten wel het een en ander over haar ideeën en het biedt genoeg materiaal voor discussie. Wat anders dan de getatoeëerde, enigszins oppervlakkige no-nonsense Australiërs die we op de campings tegenkomen. Die overigens heel aardig zijn, maar het beeld is: tattoo's, grote auto's, vaak te dikke mensen met korte broeken, die ontzettende hoeveelheden eten naar binnen kunnen werken. Van hun ontbijt alleen al kan ik minstens een dag doorkomen.  

donderdag 25 oktober 2012

Hervey Bay


Vanuit de tropen zijn we de 23e breedtegraad gepasseerd en nu in de subtropen terecht gekomen. Het is hier nog steeds winderig en 's avonds zelfs koud. Kouder dan normaal deze tijd. We moeten nu een vest aan. Alles is hier extremer dan bij ons: de afstanden zijn groter, het waait harder, het is warmer, het is droger of het regent juist harder.
We hebben een 'walvisvaart' gemaakt. Met een boot met 13 mensen zijn we de baai uitgevaren om op de grote oceaan walvissen te spotten. Machtig vond ik het. De enigszins door wolken versluierde zon die het water van de Grote Oceaan deed glinsteren en wij die geconcentreerd op het dek uitkijken naar sproeiende, opspringende, groteske walvissen en hun jonkies.

Gisteren, 23 oktober, hadden we weer een geweldige dag. We maakten een excursie naar Fraser Island. Het grootste zandeiland ter wereld en het enige zandeiland met regenwoud. Heel bijzonder. Het grote witte strand, het dichte woud en de zoetwatermeren. We crossten letterlijk met een landcruiser over dat eiland. Het was af en toe adembenemend omdat we leken te gaan slippen en de chauffeur zóveel gas moest geven om niet vast te rijden, dat we met onze hoofden het dak raakten. Dingo's, die op het eiland thuis zijn, hebben we niet gezien, maar de gehele gebeurtenis was één groot avontuur. Als begeleider hadden we een grote baardige aboriginal, Goomblar, die ons vertelde over zijn cultuur en een traditioneel instrument bespeelde, de didgeridoo. We hadden een leuke groep van 14 mensen in twee landcruisers. Daarna hebben we heerlijk geslapen in ons tentje, dat pal staat in de stormachtige wind, met de isolerende luchtmatrassen en de ultralichte slaapzak. Vandaag luieren we en morgen fietsen we weer. De wind gaat draaien beloofde de campingbaas ons, want dat zou heel gunstig zijn voor ons en het wat dichterbevolkte gebied waar we nu zijn belooft betere fietsomstandigheden dan het ruige noorden.


woensdag 24 oktober 2012

Weer 'in the mood'.


We hebben een heerlijke week achter de rug. De laatste fietsdagen (19 en 20 oktober) waren beter dan voorheen. Het landschap was afwisselender, heuvelachtiger en met meer bomen, waardoor we iets meer beschutting hadden tegen de wind. 20 oktober arriveerden we in het mooie Queenslander huis van Peter en Jacki. Een houten huis met rondom veranda's en een grote tuin, maar verwaarloosd en stoffig. Ik voel me erg netjes en goed georganiseerd als ik dat bij hen zo aanzie en zou zelf zo niet kunnen leven. Maar Peter kookte lekker voor ons. We maakten een stadswandeling en de volgende ochtend een fietstochtje langs de rivier. Hij heeft een hele fietsroute tot Brisbane en vandaar naar Sydney voor ons uitgestippeld en levert die aan voor de GPS. Peter is kunsthistoricus, maar in de praktijk werkt hij drie nachten als vrachtwagenchauffeur. Verder doet hij de huishouding, maar zo te zien stelt dat bij hem niet veel voor. En hij is een overfanatiek fietser. Hij reed Parijs-Brest-Parijs, 1200 km in 88 uur en gaat iets dergelijks nu weer in Australië doen. Nog gekker dan de ultramarathonlopers. Geweldig, zulke logeeradressen. Omdat iedereen ons fietsen tot Maryborough afraadt vanwege het grote niets, nemen we een Greyhoundbus, een nachtbus. We slapen redelijk en kunnen de volgende ochtend de mooiste camping in Hervey Bay uitzoeken.

Inmiddels heb ik Mont Blanc van Edzard Mik gelezen. Een prachtig boek over bergbeklimmen, maar vooral over een vader-zoonrelatie, over communicatie en wat daarin mis kan gaan, doordat mensen het gedrag van anderen inkleuren op grond van hun eigen gevoelens en opvattingen, zonder deze bij de ander te checken.
Ik ben nu begonnen aan De geheime liefde van Mrs. Robinson van Kate Summerscale.  

woensdag 17 oktober 2012

Teistering door de wind


Veel heb ik over de afgelopen dagen niet te vertellen, behalve dan dat we geteisterd zijn door de wind. Die wind is een stormachtige warme oostenwind en die richting moeten we ook uit. We fietsen onder een staalblauwe hemel, op de middag is het meer dan 35˚ en het is beuken. Soms halen we niet meer dan 10 km per uur. Maandag fietsten we 92 km en ik snap niet dat we dat gehaald hebben. Van 08.00 uur 's morgens tot 17.00 uur 's avonds op de fiets op natuurlijk enkele noodzakelijke pauzes na. Gelukkig dat Frans voor me fietst. Hij houdt me nog enigszins uit de wind. Maar er waren voor mij toch angstige momenten. Momenten dat ik dacht van de weg te worden geblazen, of juist de verkeerde richting in, de weg op. Dinsdag waren we na 50 km zo moe dat we genoegen namen met een vreselijk vieze camping. Een á-sociaal gebeuren met enkele stacaravans. Toiletten en douches die nooit iemand schoonmaakt en een keuken waar ik absoluut niets wilde aanraken. Gelukkig viel de wind vandaag niet tegen. We hadden ons al gewapend tegen weer een zware dag kennelijk. Mensen hebben ons geadviseerd vanaf Mackay een stuk de trein te nemen, omdat het landschap dan vervelend wordt, maar echt boeiend vinden wij het nu ook niet. Veel suikerriet en boerenland en dan honderden kilometers hetzelfde. De dorpen/stadjes zijn zoals wij ze van Amerika kennen: zonder echt centrum. Het centrum is een overdekt winkelcentrum. Kortom: Australië bekoort ons tot nu toe niet echt. Toch zitten we daar niet mee. Het hoort bij de ontdekking van zo'n land. Misschien komt het omdat het geen fietsland is? Maar van andere Europese reizigers horen we het ook: het is allemaal zo hetzelfde hier...

Tip: In de rechterkolom naast dit blog kun je doorklikken naar de foto's of video's die we geplaatst hebben, of de Engelstalige blog van Frans, de route bekijken op onze homepage e.a.

zondag 14 oktober 2012

Gasten op de camping

Zoals ik al eerder schreef zijn de meeste campings uitgerust met fantastische open keukens. Overkapt en zonder wanden. Heerlijk om daar te zitten, vooral omdat het om 18.00 uur donker is en er in de keukens verlichting is. We zijn meestal de enige gasten die er gebruik van maken, want over het algemeen verblijven de andere gasten in caravans of campers. Een nadeel is dat we soms moeten vluchten voor de grote mieren of steekvliegen. In Townsville werden we verrast door kleine buideldieren (opossums).  Ongeveer zo groot als een kat. Frans vond ze zo lieflijk, met van die mooie grote ogen, maar ik vond ze doodeng, ratachtig, brutaal. Ze zaten volgens mij gewoon te wachten tot we de restanten van onze salade in de container gooiden en liepen onder de tafel tussen onze benen door. 

Townsville


En woensdagochtend worden we door Jef opgeschrikt met de roep dat er een Cassowary langsloopt. Daarover wordt opgewonden gedaan in Noord Queensland. Overal staan borden langs de weg met de waarschuwing dat ze beschermd zijn en zomaar kunnen oversteken, terwijl we er tot nu toe geen enkele hebben gezien. En dan loopt er een zomaar langs hun huis. Jane noemt het de nieuwe dinosaurus, want het is een uitstervend ras. Met dan ook nog al die walibis, die parmantig rondhuppen, zoals bij ons de konijnen 's avonds in het Mastbosch, dat maakt dit Warm Showersadres wel heel bijzonder voor ons.

Australiërs, of misschien moet ik zeggen de mensen van het tropische Queensland zijn aparte mensen. Ze zijn wel zichzelf geloof ik. Ze nemen met heel weinig genoegen als het om comfort en luxe gaat. Ze gaan onelegant gekleed, zowel mannen als vrouwen. Vakantiekleding: korte of driekwart broeken met een blouse, t-shirt of polo. Ze hebben grote auto's en die hebben ze nodig om de vreselijk lange afstanden af te leggen. Gezelligheid of knusheid bouwen, zoals wij doen met de inrichting van onze huizen kennen ze niet. Ze leven veel buiten en de veranda's zien er dan ook vaak wel mooi uit. Ergens wat drinken of eten op een leuk terras valt niet mee. Onderweg zijn we vaak aangewezen op shops bij een benzinestation of iets McDonaldsachtigs. Als we tenminste al een benzinestation tegen komen. In Nederland en misschien wel in Europa hebben we keuzes: chique uit eten gaan, een eetcafé of een McDonalds. Die keuze is er hier niet. In Townsville, toch een behoorlijk grote stad treffen we eigenlijk maar één gelegenheid aan die aan onze eisen voldoet.

Bruce Highway, de weg die we fietsen en die parallel loopt aan de kust, is de enige doorgaande weg aan de Oostkant. De drukte op de weg valt erg mee, maar de afstand tussen stops waar iets te krijgen is, is soms immens. Dat betekent: gesmeerde boterhammen in de fietstas, bananen bij de hand en de bidons gevuld met water. We kunnen onderweg verlangend uitzien naar een café latte, die hier echt lekker is, een cola light, of, als we niet verder fietsen, een biertje. Zo belanden we rond het middaguur, na 60 km in de benen, in Ingham in een pub. Mensen zitten aan de bar naar televisieschermen te kijken naar de paardenrennen en vullen gokformulieren in. Vreemde wereld voor ons. Daarna zoeken we een computerwinkel op, omdat we e-books willen downloaden. Die verwijzen ons naar McDonalds waar free Wi-Fi is. Enkele uren en vele frustraties later hebben we drie boeken gedownload en hangt er nog 1 in de lucht, omdat de betaling misgaat.
De camping die we daarna vinden is niet een echte camping, maar meer een sta-plaats in een park. Er zijn toiletten en baden doe je in de kreek. Het is voor ons een belevenis tussen een echte camping en vrij kamperen in. We hebben ons verzoend met water bij het eten en een kopje koffie na. Maar dan horen we muziek aan de andere kant van het veld waar we met ons tentje staan. We steken het veld over en komen terecht in het community-house van Bluewater, een gemeenschap van 5.000 inwoners die verspreid over een heel groot gebied leven. Ze hebben hun maandelijkse feestavond. Een band begeleidt plaatselijke muziektalenten. En we horen de Beatles, Elvis Presley, jodelgezang en Country and Western. In onze ogen primitief en ouderwets, maar het is een genoeglijke avond. Bij ons zou dit geen publiek meer trekken. Wij zijn denk ik te kritisch, te veel verwend door het hoge niveau van onze amateurkunst, maar ze hebben hier dan ook niet van die organisaties die zich daarmee bezighouden!!

Inmiddels zijn we in Townsville. Een stad waar ze Europese lunchgelegenheden hebben, een mooie boulevard langs de zee en een aquarium met al het schoons van de Great Barrier Reef.  

dinsdag 9 oktober 2012

Mensen en dingen


Mensen
De mensen waar we tot nu toe hebben geslapen zijn mensen zoals wij. Beschaafd, sportief en ze willen het ons graag naar de zin maken. Het is erg leuk om van gedachten te wisselen over fietstochten, kennis te maken met het dagelijks leven van onze gastheren en vrouwen, te praten over ouderschap en grootouderschap... Wij vinden dat mensen vaak wel erg ver van alles vandaan wonen. Zonder auto kan men niet. Er is geen bioscoop, geen theater en het uitstapje dat we in Atherton maakten naar de tentoonstelling van houtbewerken was ook niet echt opzienbarend. Maar de natuur is prachtig.

We zijn ook enkele malen ronduit onbeschoft behandeld. Toen ik in een cafeetje een keer het toilet vroeg werd mij eerst gezegd dat het openbaar toilet een paar straten verderop was. Toen de man besefte dat we koffie dronken op zijn terras wees hij de weg in zijn café. Ook bij het kopen van een paar biertjes ontmoetten we onbegrip. ' Ik weet niet wat je bedoelt' . Ik dacht natuurlijk meteen dat ik mijn vraag niet goed formuleerde en herhaalde nog maar eens dat ik een paar biertjes wilde kopen, maar de man bleef me aankijken of ik niet goed was. Frans maakte ditzelfde later ook een paar keer mee.

Aboriginals
De voor ons herkenbare aboriginals zijn donker, met een grof gezicht, gedrongen en vaak corpulent. Jennifer, onze gastvrouw van Atherton, werkt in een vrouwenopvangcentrum. Zij komt veel probleemgevallen tegen. De blanke Australiërs, allemaal immigranten, wilden de jonge aboriginals 'opvoeden' door ze uit hun gezinnen te halen. Er werden ook hele stammen uitgemoord. Dit zou er mede oorzaak van zijn dat het alcohol- en drugsgebruik onder de overlevers relatief groot is.

Campings
Alle campings waar we tot nu toe hebben overnacht, hebben grote campingkeukens met koelkasten, tafels en stoelen, kooktoestellen en een electrische barbecuegelegenheid. Ze zijn meestal heel mooi gelegen, hebben superschone toiletten en douches en het enige wat er niet is, is een kampwinkel waar je voor 's morgens verse broodjes kunt bestellen. De supermarkten zijn Frans, heel groot en alles is er te koop, behalve alcohol. Voor ons flesje wijn en een biertje moeten we naar aparte bottleshops.

Innisfail: de Art-Décostad van Australië. Vol verwachting haalde ik een stadswandeling bij het informatiecentrum. Het betrof maar een enkele straat, dus het stelde niet zo veel voor, maar het was leuk met deze blik te kijken naar de verschillende gevels en gebouwen.

Mission Beach: lange reis en een omweg om bij ons Warm Showersadres te komen. We wisten eigenlijk allebei niet of we hier nu wel goed aan deden. Het was heet en alles ligt heel ver uit elkaar. Maar het Warm-Showersadres is weer geweldig. Een prachtig huis op een heuvel met uitzicht op zee, de rivier en tot onze verrassing, een heleboel walibi's op het veld naast hun huis.



zondag 7 oktober 2012

Nogmaals Atherton

Gisteren zijn we door Tony en Jennifer verwend met een tochtje in hun pick-up. Ze hebben ons de hoogtepunten van de Tablelands laten zien. Kraters van het eens vulkanische gebied. Groene meren, de beroemde vijgeboom met zijn enorme luchtwortels en de geheimzinnigheid van het regenwoud.
In hun tuin voor ons appartementje staat een frangipani. De boom die naakt bloeit met lieflijke bloemetjes. Mensen die op Bali zijn geweest hebben zo'n bloemetje vast wel eens als welkom op hun hoofdkussen aangetroffen. De kale, grillige, grijswitte stammen vallen erg op in het landschap.

Wij wachten op Tony en Jennifer voor het ontbijt. Ze fietsen en zwemmen elke ochtend. Daarna gaan we de fiets weer op. Het wat druilerige weer van gisteren, drizzle noemen ze dat hier, heeft plaatsgemaakt voor een heerlijk lentezonnetje. De man zonder ziekte van Grunberg is uit en ik ben nu aan het lezen in Joke Hermsen: "Blindgangers". Een discussie over de vraag of we nu al dan niet ons brein zijn, maar dan in romanvorm.

zaterdag 6 oktober 2012

Atherton

Al weer een hele reis achter de rug. Tijdens onze weg terug vorige week woensdag vanaf Cape Tribulation werden we overvallen door tropische regenbuien, maar dat is niet zo erg hier omdat de temperaturen hoog zijn. Toen we in Daintree Village aankwamen, waar we Dean en Anja weer zouden ontmoeten, bleek dat zij nog onderweg waren in verband met hun meerdaagse mountainbiketocht, een sponsortocht voor hartpatienten. Vergelijkbaar met de Roparun, maar wat kleinschaliger. Ze hadden wel een riviertocht voor ons geregeld. Een Cruise van een uur, waarbij de verwachting was dat we krokodillen zouden zien. Dat gebeurde niet, maar het was heerlijk na de toch weer zware fietstocht lekker te zitten en de rivier en het Tropisch Regenwoud langs te zien komen.

De afgelopen dagen waren geen lichte fietsdagen. We hadden een dag heel veel regen en een felle wind tegen. Weilanden met bruine koeien uit India. Deze gedijen in het tropische klimaat. In die weilanden ook heel veel witte reigers, die soms trots bovenop de ruggen van de koeien staan, in volkomen harmonie kennelijk.

We verlaten de kust en klimmen de Atherton Tablelands op. Prachtig landschap, maar opnieuw zwaar klimmen om de tafel (een hoogvlakte) op te komen.  Eenmaal aangekomen op de hoogvlakte proberen we het landschap te plaatsen. Vergelijkbaar met de Morvan of de Cevennen? Maar het is wel eenzaam. Het eerste 'dorp' dat we tegenkomen is niet meer dan een nederzetting, maar ze hebben een terrasje met koffie en sandwiches. De wind speelt ons parten. Het is een stormachtige wind die we pal van voren hebben en het is soms hard beuken.
We zoeken een camping in de grootste plaats op de Tablelands, Mareeba. Een lelijk dorp met in de hoofdstraat aan weerszijden winkels met schreeuwende reclameborden. De buitenwijk, waar de camping aan een rivier mooi is gelegen, is heel groots opgezet. Dat zien we hier overal. Geen nieuwbouwwijken met smalle straten, maar brede lanen en grote tuinen rondom de huizen. Als we naar een grote supermarkt lopen om boodschappen te doen voelen we ons als wandelaar bijna misplaatst. Zo klein in zo'n omgeving met brede straten die alleen bedoeld lijken te zijn voor autoverkeer.

Vrijdag 05-10 komen we aan in Atherton.Mensen hier vinden de wind ook extreem en dat stelt ons weer gerust. We gaan naar de plaatselijke fietsenmaker, want Frans heeft een gebroken spaak en daarna worden we opgehaald door Tony, onze gastheer van Warm Showers. Warme ontvangst in een leuk huis met een mooie tropische tuin en een ' Granny's appartment' een eigen appartementje in de tuin. Het wordt een heerlijke avond en vandaag nemen ze ons mee om de Tablelands te bekijken en gaan we onze route verder plannen.

maandag 1 oktober 2012

Het Reef en Jungle


28 september 2012: Onze gastheer Dean laat ons een mooi stuk zien van Cairns. De Boulevard aan de baai is parkachtig en tropisch met een fietspad langs het water. Als we een spiegeltje op de fiets van Frans hebben gekocht en mijn mobiel in orde hebben gemaakt vertrekken we naar Port Douglas, zo'n 65 km ten noorden van Cairns. We moeten jammer genoeg te hard fietsen over de mooie weg langs de Grote Oceaan, omdat het om 18.00 uur donker wordt en we graag dan de tent hebben opgezet.
De camping staat in een tropische omgeving met groteske inheemse bomen.
Omdat de boottocht naar de Great Barrier Reef op zaterdag is volgeboekt (het is hier voorjaarsvakantie) overbruggen we een dagje in Port Douglas. Dit blijkt een chique stad te zijn. Heel ruim opgezet, brede lanen, veel vrijstaande woningen met grote tropische tuinen eromheen, mooie winkels en aan twee kanten de oceaan, met zijn aquamarijnkleurig water een lust voor het oog.

Zondag 30-09-12. We zijn echt in de tropen. Al twee ochtenden worden we tegen het eerste ochtendgloren (rond half 5) gewekt door een kakafonie van vogelgeluiden. Het begint met één vogelsoort, die moet worden overstemd door weer anderen. Ze begroeten elkaar en de nieuwe dag. De vogelkenners in onze familie kunnen ze waarschijnlijk onderscheiden, hoewel Frans dat betwijfelt, want flora en fauna zijn hier vanwege de geïsoleerde eilandpositie van Australië uniek. Wij horen in elk geval alleen verschrikkelijk veel door elkaar heen gekakel. Om ongeveer half 6 is het echt licht en verstomt het lawaai. We kunnen dan nog een uurtje slapen.

Het bezoek aan de Great Barrier Reef bezorgde ons een mooie dag. We gaan eerst een uur met de boot de zee op tot aan de riffen. Daar worden we ' losgelaten' om te snorkelen. Dit gebeurt op drie verschillende plaatsen. Ik vind het de eerste keer een beetje eng. Ik ben geen waterrat en wilde niet te ver bij de boot vandaan. De tweede keer heb ik overgeslagen en de derde keer mezelf eens ernstig toegesproken en met meer durf heb ik genoten van de prachtig gekleurde vissen en koralen. Het is hét hoogtepunt van Australië. Het kost een paar centen, maar zoiets moois heb ik onder water nog nooit gezien.

Maandag 01-10-12 Naar Cape Tribulation, zo'n beetje het einde van de bewoonde wereld. Verder dan dit kun je met een normaal vervoermiddel niet komen. Het wordt een zware maar ook heel mooie dag. Zodra we in het Tropische Regenwoud zijn aangeland beginnen de steile klimmen. Er zitten hellingen van 16% bij. Ik heb sommige stukken echt mijn fiets met de hand omhoog geduwd. De begroeiing is fantastisch en de doorkijkjes naar de oceaan zijn dat ook. De camping die we op het oog hadden is vol en we zitten nu in de jungle op een camping. Mooie omgeving, maar geen mooie plek voor onze tent. Het wordt ook al donker als we de tent hebben staan en gedoucht hebben. Morgen is er weer een dag..