Effefietsen

Effefietsen

dinsdag 8 oktober 2019

Een nieuwe fase

Een nieuwe fase, zo noemde iemand het toen hij hoorde dat we onze eerste ervaringen met langere afstanden op de e-bike achter de rug hebben. Ik zeg het nog steeds met enige schroom, omdat ik er een hekel aan heb als zo'n grijze meneer of mevrouw langzaam trappend met een groot verzet mij passeert. Zó wil ik het niet! Ik voelde mezelf daar enigszins boven verheven, omdat wij alles op eigen kracht deden. Tot ik vorig jaar in de bergen van Japan en Zuid-Korea toch wel erg moe werd van het voortdurende stijgen en later in het jaar van de straffe wind tégen in ons land. Aarzelend opperde ik bij Frans dat een e-bike misschien ondersteuning zou kunnen bieden. Frans schrok daarvan. Dat vond hij niks, maar toen we samen over de Ginnekenweg liepen ging hij toch naar binnen bij Juizz om te zien welke mogelijkheden er zijn. En nu ben ik in het bezit van een sportieve Riese&Müller. Frans heeft zijn Santos laten ombouwen. Ik gebruik de accu bij voorkeur in de laagste stand, omdat ik het gevoel wil houden dat ik fiets, maar ons fietsreisje in Duitsland en onlangs in de Provence heb ik heerlijk gevonden. 

September was één groot feest voor ons. 
Een vriend van ons, Jacques, is 70 geworden en hij nodigde ons uit op zijn feest in Lunas, Zuid-Frankrijk. Hij zorgt voor drie hotelovernachtingen. We kunnen voor een habbekrats naar Montpellier vliegen, maar ik zou wel willen fietsen in Zuid-Frankrijk. Op internet zoeken we naar uitgezette trajecten. Bij Eigen Wijze Reizen hebben ze een mooie route in de Provence. We boeken en laten Jacques weten dat we graag van de partij zullen zijn op 14 september. 

Op 3 september, ná Bloemencorso uiteraard, vertrekken we in onze Mitsubishi met onze fietsen op de drager naar het zuiden. Vrij snel parkeren we in Villeneuve Métropole waar we het Musée d'Art Moderne bezoeken. Dan zoeken we ons B&B  op en verkennen de oude stad van Lille. Mooie Middeleeuwse straatjes, aantrekkelijke winkels en restaurantjes. 

Na een eenvoudig ontbijt gaan we met de Métro naar Roubaix. Er wordt veel regen verwacht, dus laten we de auto met de fietsen in de garage staan. Roubaix staat bekend als grote industriestad en we zijn dan ook blij verrast als we boven de grond komen op een prachtig plein met een indrukwekkend stadhuis, dat wijst op een rijk verleden. Met een kopje koffie tegenover het stadhuis raadplegen we ons boekje. Roubaix was een textielstad. Door de ontdekking en invoering van de stoommachine kon de textielindustrie tot grote hoogte komen. Het stadhuis met in friezen een verhaal van schaap tot textiel, is een afspiegeling van de rijkdom in die tijd.
In 1932 werd er het mooiste zwembad van Frankrijk geopend. Meesterwerk in art-déco. We raakten niet uitgekeken op het gebouw, nu een  museum met de naam La Piscine dat prachtige 19e en 20e eeuwse beeldhouw- en schilderkunst huisvest. Het zwembad en ook de kleedhokjes worden benut als tentoonstellingsruimte. In Lille zelf bezoeken we nog verwachtingsvol het Palais des Beaux Arts. In ons gidsje wordt het geroemd en vergeleken met het Louvre, maar na de prachtige Piscine valt het ons tegen. 

De volgende 500 km voeren ons naar Dijon. Het landschap is wat saai. Gouden graanvelden en af en toe een dorpje. We herinneren ons Noord-Frankrijk van de eerste etappe van onze Wereldfietsreis.  Er leek geen eind aan die glooiende velden te komen. Met de auto is het allemaal minder erg. 
Dijon blijkt een mooie oude stad te zijn. Veel historische gebouwen en pleinen. We wandelen en bewonderen de zandkleurige gebouwen. We bezoeken de kathedraal en drinken een biertje en een Kir op een terras. We hebben vakantie...

Op vrijdag naderen we de Provence. Eenmaal aangekomen bij ons hotel in Vacqueras blijkt er een felle wind te waaien. De eigenaar vertelt dat dit de Mistral is. “Dat duurt meestal 3-6 dagen en dat is op de fiets geen pretje' zegt hij. Onze fietsweek begint dus met de Mistral. We zullen wel zien..
De volgende dag blijkt de wind wel mee te vallen. De zon schijnt, de lucht is fel blauw, de Provencaalse heuvels met zandkleurige huizen, rode pannendaken en blauwe luiken, terrasjes onder een platanendak, het is schitterend. Ik voel dat we weer onderweg zijn en ben in mijn element. 
De weg naar Rousillon is een echte bergweg. Een pas van 574 m met soms klimmetjes van 8-9%.  De rotspartijen rondom Rousillon zijn okerkleurig, het handelsmerk van deze regio. 
Ons hotelkamertje is sympathiek. Een appartementje op de eerste verdieping. Een eigen balkonnetje, een mooie ontbijtkamer met veel informatie over de regio. 
De ochtend is koud, maar het is windstil en langzaam warmt de zon ons op. De heuvels zijn steil. Als echte toeristen bezoeken we de Middeleeuwse dorpjes. We bewonderen de bijzondere architectuur. Rotsen in gebruik als fundament voor kastelen en landhuizen. In La Coste zien we het kasteel waar de Marquis de Sade ooit gesetteld was en dat later werd gerestaureerd door Pierre Cardin. De Sade heeft filosofische kritieken geschreven op de moraal van zijn tijd. Hij was atheïst en was van mening dat de mens zijn individuele hartstochten moet botvieren. Hij illustreert dit met allerlei sadistische gruwelijkheden. Hij werd veroordeeld vanwege seksuele escapades, maar was toch vooral schrijver, 

Langs smalle en stille weggetjes, tussen de wijnstokken en de lavendelvelden, met zicht op de witte kap van de Mont Ventoux, fietsen we naar Apt, waar we de Romaanse 11e eeuwse kathedraal bekijken. Dan terug naar Rousillon.

De volgende dag worden we begroet door een grijze hemel. Stromende regen. 100% op de buienradar. Frans zoekt nog naar kortere routes naar onze volgende bestemming, Sault, waar een hotel voor ons is geboekt. Dat lukt niet. We gaan gewoon. Een lange regendag, met een col van 800 m. Ondanks de regen, gelukkig geen slagregen maar recht naar beneden vallend,  genieten we van het prachtige berglandschap. 
Aangekomen in het hotel verheugen we ons op een warme douche, maar helaas, de douche blijkt niet echt warm. Alles is wat oud. Onze kamer is mooi gekleurd in het oker, muren, gordijnen, de sprei op ons bed. Het hotel lijkt vergane glorie, de plafonds in de ooit glorieuze eetzaal bladderen af, het ruikt overal een beetje muf, onderkomen. Het dorp is nu, ontdaan van de zon, licht deprimerend. Er is geen winkel of restaurant open, het is siësta. Er is één café met uitzicht op de vallei, waar we koffie kunnen drinken, een wijntje, een biertje, een crepe, nog maar een biertje en een wijntje en dan een dutje in het hotel. Het eten smaakt er goed en de bediening is aardig.
De volgende dag lijkt Sault een metamorfose te hebben ondergaan. In de regen was er geen kip op straat. Nu is het markt, een keur aan mooie kazen, fruit, wijn uit de regio, textiel, keramiek. De zon schijnt. Mensen lopen vrolijk langs de marktkraampjes: De Provence.

Onze laatste fietsdag is prachtig. We fietsen boven de diepe Gorges de la Nesque en langs de smalle kloof dalen we naar Villes-sur-Auzon. Daar wacht koffie op ons. De lucht is alleen maar blauw en de omgeving onbeschrijflijk mooi. Tussen de wijnstokken rijden lage, smalle tractoren met erachter metalen kiepkarren. De druivenoogst is begonnen. 
Als oude bekenden worden we begroet in ons hotel in Vacqueras. Het was een heerlijke en mooie fietsweek. Onze e-bikes konden de pittige klimmetjes goed aan. 

13 september gaan we op weg naar Lunas. Daar wacht Jacques op ons en veel andere gasten. Hij heeft een groot buffet gemaakt. Het is gezellig, een soort reünie. Praten en veel wijn. Zaterdag is Frans ook jarig. We wandelen met René en Marijke en met Mo. Om 16.00 uur worden we verwacht op het terras van het kasteel. We krijgen een prachtig menu opgediend.
Op zondag blijken René en Marijke geen fietsen te kunnen huren. Onze voorgenomen fietstocht wordt daarom weer een wandeltocht. Daarna een late lunch en een nazit op het terras bij Jacques.

Maandag 16 september zijn Frans en ik 50 jaar getrouwd. We gaan op weg naar de Morvan, waar Margriet en Charles een prachtig huis hebben. Margriet trakteert ons op een feestelijk dineetje Een genoeglijk bezoek. Daarna de lange rit naar Breda.
Wat een fijne tijd.