Effefietsen

Effefietsen

dinsdag 27 augustus 2019

Juli-augustus 2019, drie weken fietsen in Midden-Duitsland

Geen indrukwekkend verre reis ditmaal. Frans en ik hebben al zóveel gezien in de wereld, dat we niet echt verrast meer zijn. Bovendien heeft het massa-toerisme een enorme vlucht genomen. Plaatsen die wij nog authentiek konden noemen, worden nu overspoeld door mensen en dat zien wij met lede ogen aan. Fijn dat iedereen kan reizen tegenwoordig, maar massa-toerisme vervuilt de aantrekkelijkheid van veel mooie plekken. Vliegen kan bovendien tot schaamte leiden, omdat het vervuilend is voor het milieu. Dan maar met onze e-bikes, die we sinds deze winter hebben, omdat ik erg moe werd van het klimmen in Zuid-Korea en tegen de wind fietsen in Friesland. We laden de fietsen op met electriciteit van onze zonnepanelen. Verantwoord toch? 

We vertrekken naar Duitsland via Roermond. Naar Roermond met de trein. Lekker 1e klas, omdat ik mezelf nog steeds de luxe gun van een 1e klasse-abonnement en Frans met korting met me meekan. Maar dan blijkt het fietsverblijf in de trein behoorlijk krap bemeten. Het staat vol met fietsen en trailers en dan ook nog koffers van mensen op reis. Tja, het is vakantietijd. Fietsers zijn over het algemeen mensen die zich gemakkelijk schikken. Iedereen is behulpzaam, de sfeer is goed.  Maar omdat het zo vol is, blijven we in de buurt van onze fietsen. Staan dus in het fietsen verblijf met af en toe een uitstapje naar de 2e klasse coupé. 

Langs de niet echt spectaculaire Rur fietsen we naar het centrum van Düren om daar in het toeristenbureau nog wat informatie in te zamelen voor fietsroutes in M.Duitsland. Buiten de eigen Kreis Düren heeft men echter geen informatie en heeft de mevrouw ook geen idee! Dan maar naar het door ons geboekte hotel buiten het centrum van Düren. We hebben al 80 km gefietst. Eenmaal aangekomen bij de hartelijke eigenaar besluiten we ons even op te knappen en lekker ergens te gaan eten. Maar, alle restaurants in de directe omgeving, waarmee het hotel zichzelf op internet profileerde, zijn wegens vakantie gesloten. Hij beveelt ons een restaurant aan een meer aan, een ½ uur wandelen. En we wandelen. Weer geen bijster mooie natuurwandeling. Dan blijkt het restaurant die dag om 17.00 uur zijn deuren te hebben gesloten. Enigszins gedesillusioneerd wandelen we terug. Het is inmiddels 20.45 uur. Gelukkig is de supermarkt tot 21.00 uur open. De beker cappuccino mogen we vergeten, want de koffiemachine wordt al schoongemaakt. De salades zijn ver op. Wat resteert nemen wij mee met een paar broodjes. Ons luxe diner.

Verwachtingsvol vraagt de hoteleigenaar de volgende dag naar onze ervaringen met het door hem aanbevolen restaurant. Hij voelt zich schuldig als hij ons verhaal hoort en adviseert ons wat extra te ontbijten. De verse broodjes zijn lekker! 

Met nieuwe energie fietsen we naar Bonn, waar we voor twee nachten een hotel hebben geboekt. Het blijkt een leuk klein hotel, in het midden van het centrum. De eigenaren hebben op de bovenverdieping van een winkel mooie kamers en een heel fijn terras gecreëerd. Natuurlijk bezoeken we het kunstmuseum, waar een tentoonstelling van August Macke (1887-1914) blijkt te zijn. Prachtig werk, vrolijk en licht. Onvoorstelbaar, wat een productiviteit in zo'n kort leven (gesneuveld in de eerste weken van WO I, es lebe der Kaiser!). 
We zijn enthousiast over zijn werk en besluiten ook  nog het August Macke museum, gevestigd in zijn voormalig woonhuis, te bezoeken. Ik kende August Macke al van mijn cursus kunstgeschiedenis, maar werd nu verrast door de schoonheid van zijn werk. 

Het campingleven is aan de beurt. Wat schrikken we als we in de buurt van de camping bij Ahrweiler komen. Het lijkt wel een busstation. Grote witte bussen, de campers, staan hutje mutje op elkaar. Nauwelijks ruimte voor een tafeltje en tuinstoelen. Gelukkig zijn er aparte tentveldjes waar het leven de gemoedelijkheid heeft die we in onze herinnering hebben opgeslagen. Een vader met zijn zoontje van een jaar of 9, ook op fietsreis, beiden in een witte trui. Als ze vertrekken bevestigt de jongen zijn Ortliebtassen aan zijn fiets, hapt in een banaan en stapt op dezelfde manier als zijn papa op zijn fiets. En de vader met zijn dochter, ook al op de fiets. De dochter heeft 6 flessen gevuld met water, voor onderweg. En het gezinnetje met 4 kinderen op de fiets. De jongste nog maar net 2!

We fietsen langs de Lahn. Mooie vakwerkhuizen, kastelen op de rotsen, het romantische Duitsland. Een broodje op een bankje langs de rivier. We arriveren op een verlaten camping zonder faciliteiten. De eigenaar reserveert een pension voor ons. In een mooi vakwerkhuis laten we ons een biertje op het balkon goed smaken. De campings in deze regio zijn dun gezaaid. Daarom boeken we, vaker dan we tevoren gepland hadden, hotels. Wel comfortabel. 's Morgens in het donker de tent uitkruipen om naar het toilet te gaan is niet mijn favoriete begin van de dag. 'Moet ik dit nog wel willen' hoor ik Frans soms verzuchten. Maar in Kassel gaan we toch weer kamperen. En we vinden het weer leuk. Een Nederlandse jonge vrouw in een tent naast ons vraagt of we thuis een groot huis hebben. Als we bevestigend antwoorden zegt ze: 'dat dacht ik wel, anders begin je hier toch niet aan?'
Die Neue Galerie in Kassel heeft een mooie collectie moderne kunst. 

We fietsen verder langs de Eder en de Fulda en bereiken uiteindelijk de Weser. Dat moet de kers op de taart van onze fietsreis zijn. Ronald, een vriend van ons, was hier lyrisch over en heeft Frans zo beïnvloed, dat wij nu ook langs de Weser fietsen. Na de mooie Lahn valt de Weser ons wat tegen. 
Op de camping aan de rivier krijgen we de mooiste plaats toegewezen. Pal aan het water met een tuintafel en banken. We eten op het terras van het veerhuis. We worden verrast met een 'Schlachtbuffet', een buffet met allemaal vlees. Niet best in de vegatijd, maar wel lekker (en veel). 

Hierna volgt een zware dag. Stormwind tégen. De tour- en sportextra's van mijn e-motortje helpen wel, maar het blijft zwaar. Ons hotel ligt bovenop een heuvel en Frans zijn accu haalt het niet, effepuffen dus. Het dorp heeft een leuk Italiaans restaurant. Duitsland lijkt voor Italianen te zijn wat Nederland ooit voor Chinezen was. Ieder dorp heeft een Italiaan (vaak geen Italianen, maar Koerden, wordt ons verteld, maar Italiaanse pizza verkoopt goed!).

De volgende dag een camping, heel ruim opgezet. De eerste schrik van al die grote bussen was niet helemaal terecht.  Het is lang niet overal zo. 
De weg naar Münster is zwaar. Koud, een kaal landschap en een harde wind. Maar de tentoonstelling van Sean Scully is prachtig. 

Eenmaal in Winterswijk, weer op Nederlandse bodem, besluiten we naar het station te fietsen. Ons oorspronkelijke idee: nog naar Arnhem en daar op de trein, vervalt door de regen en wind die de buienradar ons voorspelt. Het campingleven zit niet zo meer in onze vezels. Ons eigen bed slaapt weldadig en een fietsreisje met hotels is aangenaam.