We
zijn nu een week in Maleisië . We hadden geen aanpassingsproblemen
want het verschil is niet zó groot met Thailand. Het eerste wat
opviel waren de opschriften. De letters zijn weer herkenbaar voor
ons. Dit is een verademing. Vanuit de Maleisische taal is vaak wel
wat af te leiden, in het Thai is geen letter herkenbaar.
Om
Maleisië te bereiken moeten we via de boot, uitchecken voor Thailand
en inchecken voor Maleisië bij de douane. We besluiten op het eiland
Langkawi, waar we aankomen met de ferry, een nachtje te blijven. We
vinden een niet zo gezellig bungalowtje, maar het strand is mooi wit
en breed en we kunnen lekker eten met uitzicht op de ondergaande zon.
We bekijken een filmpje van een tijgerende Gieske en zijn erg
vertederd door haar dappere pogingen zich voort te bewegen.
Het
tweede wat opvalt is de grote hoeveelheid gesluierde vrouwen. Ze
genieten van strand en zee, maar met hoofddoek op. Baden doen ze
geheel gekleed. Dat doet trouwens iedereen in Thailand en Maleisië,
mannen, vrouwen en kinderen.
We
besluiten over land te fietsen naar Georgetown. Het is óók mogelijk
rechtstreeks met de ferry te gaan, maar we willen iets van het
platteland ervaren. Vanaf Langkawi nemen we een ferry naar het
vasteland. We rijden over kleine weggetjes door vissersdorpen.
Iedereen is hier met vis bezig. Het ziet er armoedig uit. De wegen
zijn slecht. Mensen, als ze al in een auto rijden, doen dat in heel
oude karren en de huisjes zien er verwaarloosd uit.
We
komen aan in Alor Setar, een stad met allure en met de mooiste moskee
van Maleisië en na Kuala Lumpur de tweede hoogste telecomtoren. Mooi
plein met een fontein en regeringsgebouwen, maar heel weinig
restaurantjes en géén bier, want het is al moslim wat de klok
slaat.
Op
zondag maken we een prachtige fietstocht. Eerst door de rijstkom van
Maleisië. Groene rijstvelden en palmbomen. Het ziet er hier
aanzienlijk welvarender uit. Later wordt het bergachtig met uitzicht
op zee. Weer een ferry naar het Beach Resort waar we zullen
overnachten. We brengen een moslimmiddagje aan het strand door.
Gezinnetjes liggen in de schaduw, dollen met hun kinderen en eten. We
wandelen tussen de gesluierde vrouwen en meisjes. Ze zijn
vriendelijk, bekijken mij wel, maar totaal niet afwijzend, eerder
nieuwsgierig. Eerlijk gezegd ben ik ook nieuwsgierig naar hen. Dragen
ze die hoofddoek uit overtuiging, of omdat het moet? Ze rijden auto,
brommer, hoe vrij zijn ze? Taal is hier een belemmering. Ik kan het
ze niet vragen.
Inmiddels
zijn we in Georgetown/ Penang aangeland bij de Pedal Inn. De eigenaar
is een liefhebber van fietsen. En hij doceert graag. Dus hij vertelt
ons alles over de geschiedenis van Penang, de smeltkroes van
verschillende culturen, waarvan de hoofdgroepen bestaan uit Chinezen,
Indiërs en Maleisiërs. Ze leven heel vreedzaam met elkaar en
respecteren elkaars opvattingen over religie. Alleen politiek hebben
de Maleisiërs de meerderheid, dat wil ook zeggen de
moslimgemeenschap. Wij zijn géén moslimland zegt onze Chinese
Steven keer op keer, maar in de Maleisische vlag is wel het
Moslimteken opgenomen en er is aparte wetgeving voor de moslims. De
Islamitische gemeenschap wordt door wetgeving bevoordeeld. Steven
bevestigt dat de tendens die wij in Europa zien: toename van meer
traditionele uitingen van de moslimgemeenschap, ook hier plaatsvindt.
Vrouwen en meisjes die voorheen westers gekleed gingen zijn
hoofddoeken gaan dragen en hij denkt dat dit te maken heeft met
gemeenschapsdruk en niet uitgesloten willen zijn. Die druk was er
eerder veel minder. Hij is niet bezorgd over de samenleving, maar wel
over de politieke ontwikkelingen. Politiek die haar eigen belangen
nastreeft. In aantal zijn de Maleisiërs in de meerderheid en daar
speelt de politiek op in, terwijl de bevolking trots is op de
tolerantie en het respect dat leeft onder de verschillende groepen en
de verschillen niet wil politiseren.
Het
guesthouse voldoet aan de wensen die wij hebben bij een guesthouse.
De tweepersoons suitekamer die wij graag hebben blijkt al geboekt. Er
blijven twee 4 persoons kamers (dorms) over. We nemen graag genoegen
met een van de vierpersoonskamers met stapelbedden die exclusief voor
ons blijft, speciale service voor fietsers. Toiletten en douches zijn
beneden, wij slapen boven. Dat is de prijs voor de restauratie van
een Chinees shophouse. Boven water aanleggen behoorde kennelijk niet
tot de mogelijkheden. De benedenverdieping is deels ingericht als een
gezellig huiskamerrestaurantje. We zetten er 's morgens koffie en
roosteren ons brood. Na onze bezoeken aan de bezienswaardigheden
strijken we hier weer moe neer voor nóg een koffie of een biertje.
's Avonds voor we naar bed gaan lezen we hier nog wat en praten de
dag door met Steven. Ik lees meestal nog wat in bed. Frans blijft nog
wat zitten en kent inmiddels de buurmannen, die hier 's avonds komen
binnenvallen voor een praatje. Kortom: we hebben contact met de
mensen hier.
Steven
In
Georgetown eten we het eenvoudige maar lekkere streetfood. Het is een
apart cultuurtje. Eerst claim je een tafeltje bij de uitbater
van de drankjes, die ook een contract heeft met de verschillende
eigenaren van de stalletjes. Dan kies je één of meerdere gerechten
bij de talloze stalletjes die allemaal hun eigen gerechten
koken/bakken. Je noemt je tafelnummer en enige tijd later wordt het
aan je tafeltje opgediend en betaal je de betreffende leverancier.
Het is genoeglijk. Lekker buiten in de iets koelere avondlucht met
een aangename drukte van kiezende en etende mensen om je heen.
In
de stad doen we wat we gewoonlijk doen als we willen kennismaken met
een grote stad. We doen de stadswandeling die in de Lonely Planet
staat. We bezoeken Chinese tempels en enkele prachtig gerestaureerde
huizen van de Chinese elite, die inmiddels museum zijn. In het
National Museum wordt zichtbaar gemaakt hoe divers de
bevolkingsgroepen zijn die Maleisië bevolken.De Chinezen komen uit
Kanton of Yunan, er is een grote groep Armeniërs, de Indische groep
komt uit alle delen van India, er zijn mensen uit Sumatra, Indonesië
etc.
We
wandelen door de straatjes met oude Chinese 'shophouses'. Ze worden
op veel plaatsen gerestaureerd in de oude stijl. Op veel muren is verrassend leuke 'street art' en er vestigen zich
galerietjes, en zoals 'ons huis' guesthouses, koffierestaurantjes
e.d. Kortom, heerlijk zo te wandelen met het besef dat dit een
historische stad is die respect heeft voor de verschillende
tradities.
Op
onze laatste dag in Georgetown brengen we een bezoek aan de
Chinees-Buddhistische tempel. Wat een overdadig kleurenspel is dit
weer.
En
dan was het ook nog Thaipusam, een jaarlijks Hindoefeest.
Half
januari,rond vollemaan, trekken grote groepen Tamils tijdens een 15
uur durende wandeltocht in Penang naar hun Hindoetempel. Datzelfde
gebeurt in Kuala Lumpur en Singapore. En laat dat nu net tijdens onze
laatste dag hier het geval zijn. We zien hele stoeten prachtig
geklede mannen en vrouwen die in traditioneel zijden blouses en sarongs
fruit, bloemen en wierook offeren. Sommigen dragen lasten op hun
schouders en uiteindelijk vóórdat de grote offerwagen verschijnt
smijten ze kokosnoten kapot. Daarmee vernietigen ze symbolisch hun
ego om te komen tot spiritualiteit.
Geweldig
om zo'n festijn mee te maken.