We
worden onderweg soms gestopt voor fotosessies met hele families,
worden gefilmd vanuit auto's, krijgen thee met lekkere hapjes van de
manager van een eethuis als we willen afrekenen, worden aangehouden
voor gebak, chocolaatjes, frisdrank omdat het een religieuze feestdag
is, krijgen warme broden aangeboden door een passerende automobilist,
een gratis lift, een onooglijk hotel zonder wifi en een paar keurige
hotels, zon en onweer, groene bergen met hellingen die niet al te
zwaar zijn. Onze ervaringen van de afgelopen dagen.
Er
is één voor mij heel opvallend verschijnsel : het grote aantal
vrouwen dat in zwarte nonnekenskleding gehuld door de straten loopt.
Als de zon schijnt loopt de temperatuur overdag op tot boven de 30˚C.
Ik vind het niet prettig steeds met die hoofddoek op, een langebroek
en tuniek met lange mouwen, in plaats van een luchtig hemdje en een
rokje of mijn bermuda fietsbroek, maar voor hen moet dit echt
onaangenaam zijn. En het hoeft niet. Ik zie ook vrouwen met een
kleurige hoofddoek achter op hun hoofd, een strakke spijkerbroek en
een vlotte tuniek. Ik heb de indruk dat dit welgestelde vrouwen
zijn, omdat zij ons vaak in het Engels toeroepen. Als ik de kans
krijg vraag ik na hoe dit hier werkt.
Tegenstellingen
Afgelopen zondag werden we in een pick-up meegenomen door een jonge man. Hij zet Iraanse muziek aan, legt zijn hand op zijn hart en zegt dromerig 'Iran, Iran'.
Wat
een contrast met de jongeman die we in een computershop ontmoeten.
Hij doet erg zijn best de simkaart van Frans op internet aan te
sluiten, maar slaagt er niet in. 'De regering' zegt hij. Hij vraagt
ons wat we van Sarab vinden. Wij vinden het stadje opvallend schoon.
'We hebben hier veel religieuze mensen' zegt hij. Op onze vraag of
hij daar niet toe behoort antwoordt hij iets wat op nee lijkt. Hij
werkt heel hard, maar verdient heel weinig. Iran vindt hij niets. Het
leven noemt hij zwaar!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten