Woensdag
18 mei zijn we aan de Iraanse grens. De binnenkomst is deels
ambtelijk: paspoortcontrole, scannen van de fietstassen, deels
hartelijk: 'welkom in Iran' en 'een fijne tijd in Iran'. Het
landschap is rotsig en vooral als de zon erop schijnt heel kleurrijk.
Onderweg worden we overvallen door een krachtig onweer. De bliksem
verlicht de donkere lucht en het gedonder weerklinkt onheilspellend.
Dit hebben we in de bergen nog nooit zo meegemaakt.
Eenmaal
aangekomen in Julfa besluiten we eerst onze dorst te gaan lessen. Op
het terras zitten vier vrouwen vriendelijk naar me te lachen. Ze
drinken milkshake, wortelsap of meloensap. Geen witte wijn of een
biertje, maar het ziet er genoeglijk uit. De vrouwen spreken goed
Engels en bieden ons onderdak aan in onze standplaats voor vrijdag.
Dat hebben we nog maar even afgehouden. Eerst een beetje thuiskomen.
We komen in een eenvoudig hotel terecht. Als we later een wandeling
maken, een boodschapje doen en naar een restaurant uikijken worden we
aangesproken door een Duitssprekende man. Hij heeft jarenlang handel
gedreven in tapijten in Duitsland. Hij treedt op als intermediair
tussen ons en de eigenaar van het restaurantje. Als we eenmaal zitten
te eten komt hij kijken of alles naar wens is. Hij wil persé de
rekening betalen en nodigt ons uit voor een kopje echte Duitse koffie
in zijn riante appartement, waar zelfs de keuken is belegd met
Perzische tapijten.
En
dan blijkt dat we niet kunnen bloggen. Dat Facebook door de Iraanse
regering geblokkeerd is weten we, maar dat ook blogger
geblokkeerd is valt ons vies tegen. Er blijken wel oplossingen
te zijn, maar die hebben we nog niet gevonden. We hebben Teunis, onze
zoon, per mail om hulp gevraagd. Wat is dat toch voor een regering,
die kennelijk bang is dat ze buiten Iran negatief in beeld komt, of
dat de bevolking te mondig wordt door al die slechte invloeden van
buiten?
Donderdag
fietsen we naar Marand. Het is een dag van geleidelijk aan, maar voor
mijn gevoel eindeloos, klimmen. Ik krijg last van mijn rug. Het stuur
iets bijstellen helpt maar even. Tot onze verrassing worden we in de
buurt van Marand opgewacht door een afgetraind ogende fietser. Hij
blijkt onze Warmshowers gastheer. Daar hadden we niet op gerekend.
Frans heeft wel contact gezocht, maar die gastheer was niet
beschikbaar. Hij had wel een vriend. Die vriend was het dus.
Ons
onderkomen blijkt een hok met kleden op de vloer. Erg basic. Gelukkig
hebben we matrassen en slaapzakken bij ons. De toilet en de douche
kan ik niet anders omschrijven dan donkere hokken. Niet erg schoon.
We
worden opgehaald door een vriend, die ons naar een internetcafé
brengt, zodat we onze mail en de NRC kunnen ophalen. Die vriend neemt
ons mee naar zijn winkeltje in
koffers.
Weer een hok, volgestouwd met koffers en tassen en gereedschap, want
hij repareert ook. We worden op een krukje vóór het winkeltje
gezet en binnen de kortste keren zijn we de bezienswaardigheid van
het winkelcentrum. Jonge jongens en mannen willen Engels met ons
praten, willen van alles weten over Nederland en zijn diep onder de
indruk van onze fietsreizen.
Na
lang wachten komt onze gastheer ons ophalen. We gaan ergens eten en
hij maakt een globale planning voor onze fietsreis.
Frans
wordt er weer een beetje optimistischer van. Hij was in zijn hoofd al
bezig een vervroegde terugreis te boeken. Het fietsen valt zwaar, het
landschap vindt hij te woestijnachtig en dan straks ook nog de
ramadan. Ik vind dit te voorbarig na twee dagen in dit land.
Na
een lekker ontbijt gaan we richting Trabiz. De eerste 10 km bergop
met een pick-up. Onderweg drinken we thee in een lounge-compartiment.
Afgescheiden stellages bedekt met tapijt met kussens in de rug. Heel
comfortabel. We worden aangesproken door een Engels sprekende vrouw
en haar dochter. Ze nodigt ons uit bij haar te verblijven, maar ik
wil even op mezelf zijn. We zoeken een hotel uit onze Bradt-gids. Het
leek betaalbaar, maar pakt wat duur uit. Toch maar gedaan, anders
moesten we naar de andere kant van de stad fietsen en het is een
grote stad. Het is ook wel lekker, zo'n luxe hotel, waar we een dag
kunnen uitrusten.
Tijdens
onze rustdag bezoeken we de Blauwe Moskee, die na een aardbeving een
paar honderd jaar in puin heeft gelegen en nog steeds gerestaureerd
wordt. Het Azerbaijan Museum is interessant en de bazar is prachtig
met marmer en roestvrij staal. Ik schat begin 20e eeuw. De Bradt zegt
19e eeuws. Op de hotelkamer proberen we toegang tot Blogger en
Facebook.
En
dat lijkt te lukken......
Foto's
worden later bijgevoegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten