Effefietsen

Effefietsen

dinsdag 31 mei 2016

Ineens ergens anders

Verkeer
Buiten de steden gaat het wel, maar daarbinnen lijkt het verkeer crazy. Er zijn geen regels, of niemand houdt zich eraan. Als er een auto geparkeerd staat kijk ik eerst of er iemand in zit. Als dat zo is rijd ik er met een grote boog omheen, tenminste als er geen auto op mijn hielen zit. Als ik die boog niet maak heb je kans dat ik tegen een plotseling openend portier op knal. Of ze beginnen te rijden als ik net aan het passeren ben. Ze kijken gewoon niet. Afsnijden kunnen ze ook goed. Rechtsaf slaan doen ze niet nádat ik duidelijk heb aangegeven rechtdoor te willen, maar liefst vlak vóór me langs, zodat ik moet remmen en verzucht dat ik weer een ongeluk voorkomen heb.
Aan de Kaspische zee, in Bandare Anzali, verblijven we in een comfortabel appartementje van Bahram, een warm-showers gastheer. Het bed heeft geen matras alleen een dikke deken op de lattenbodem. Niet zó comfortabel, maar kennelijk zijn we moe genoeg om toch lekker te slapen.
Aan het strand waren maar een paar gezinnetjes. De mannen rollen hun broekspijpen op. Kinderen hebben zwembroeken aan. Hun shirtjes gaan niet uit. De vrouwen maken vanaf het strand foto's. Niemand neemt een duik. Het blijft bij pootje baden.
Met Bahram en een Franse fietser bezoeken we een weeshuis. Bahram levert een financiële bijdrage aan het huis. Het wordt gerund door een rustige, beminnelijke man, rijk geworden in het vastgoed. De 13 jongens, van 8-17 jaar maken een ontspannen indruk. Ze kijken voetbal, dollen wat. Het is er echt huiselijk en we krijgen een heerlijke maaltijd voorgezet.
Shiraz
Omdat het in het zuidelijke Shiraz steeds heter zal worden besluiten we met de bus naar Shiraz te gaan en naar Teheran te fietsen in plaats van omgekeerd, zoals oorspronkelijk het plan was. We reizen met een comfortabele bus met brede 'vliegtuigstoelen', worden voorzien van de nodige snacks en slapen heerlijk. Om 06.00 uur worden we opgehaald door Reza een andere warm-showershost, waar we een ontbijt krijgen voorgezet.

vrijdag 27 mei 2016

Kaspische zee

Volgzame vrouw
Ik ben niet altijd laaiend enthousiast over alle nieuwe technologische foefjes. Maar ik vind het fantastisch hoe ik door Frans een grote stad wordt binnengeloodst. Hij plot tevoren een route op een internetsite en laadt deze in zijn GPS. Hij rijdt dan zó naar een meestal door mij uitgekozen bestemming. Ik hoef hem alleen maar te volgen...

Op weg naar de Kaspische Zee
In Ardabil bezoeken we het indrukwekkende Shaikh Safi's Mausoleum. Wat een rijkdom en pracht.




Ardabil verlaten betekent voor ons ook even de bergen verlaten. Na een korte klim komen we aan de zijde van de Kaspische Zee. Wat een verrassing. Er ontvouwt zich een Alpenlandschap voor ons dat me ontroert, zo mooi. Nu heb ik wat met bergen. Sommige mensen hebben dat met water. Mij maken bergen blij, melancholisch ook wel. En we mogen 40 km dalen met steeds zicht op het prachtige landschap.
We zien de Kaspische Zee. Een zee, die ons de komende dagen zal vergezellen. Tussen de bergen en de zee strekken zich rijstvelden uit. Ze doen ons denken aan de andere Aziatische landen die we befietsten. Een warm weerzien. De rijstvelden maken hier en daar plaats voor grote kiwiplantages.

Picknicken
Iraniërs houden van picknicken. Met een groot kleed en tassen vol eten strijken ze neer op mooie schaduwrijke plekjes. Helaas blijven plastic tassen, piepschuim dozen, lege flessen en voedselresten achter. Ik vind het niet fijn te gaan zitten op zo'n plek. Ik vermoed de Iranezen ook niet. Dus zoeken ze de volgende keer een schoon plekje, tot er geen schone plekken meer zijn.


woensdag 25 mei 2016

Onze eerste ervaringen in Iran

We worden onderweg soms gestopt voor fotosessies met hele families, worden gefilmd vanuit auto's, krijgen thee met lekkere hapjes van de manager van een eethuis als we willen afrekenen, worden aangehouden voor gebak, chocolaatjes, frisdrank omdat het een religieuze feestdag is, krijgen warme broden aangeboden door een passerende automobilist, een gratis lift, een onooglijk hotel zonder wifi en een paar keurige hotels, zon en onweer, groene bergen met hellingen die niet al te zwaar zijn. Onze ervaringen van de afgelopen dagen. 
Vrouwen.
Er is één voor mij heel opvallend verschijnsel : het grote aantal vrouwen dat in zwarte nonnekenskleding gehuld door de straten loopt. Als de zon schijnt loopt de temperatuur overdag op tot boven de 30˚C. Ik vind het niet prettig steeds met die hoofddoek op, een langebroek en tuniek met lange mouwen, in plaats van een luchtig hemdje en een rokje of mijn bermuda fietsbroek, maar voor hen moet dit echt onaangenaam zijn. En het hoeft niet. Ik zie ook vrouwen met een kleurige hoofddoek achter op hun hoofd, een strakke spijkerbroek en een vlotte tuniek. Ik heb de indruk dat dit  welgestelde vrouwen zijn, omdat zij ons vaak in het Engels toeroepen. Als ik de kans krijg vraag ik na hoe dit hier werkt.



Tegenstellingen
Afgelopen zondag werden we in een pick-up meegenomen door een jonge man. Hij zet Iraanse muziek aan, legt zijn hand op zijn hart en zegt dromerig 'Iran, Iran'.
Wat een contrast met de jongeman die we in een computershop ontmoeten. Hij doet erg zijn best de simkaart van Frans op internet aan te sluiten, maar slaagt er niet in. 'De regering' zegt hij. Hij vraagt ons wat we van Sarab vinden. Wij vinden het stadje opvallend schoon. 'We hebben hier veel religieuze mensen' zegt hij. Op onze vraag of hij daar niet toe behoort antwoordt hij iets wat op nee lijkt. Hij werkt heel hard, maar verdient heel weinig. Iran vindt hij niets. Het leven noemt hij zwaar!





zaterdag 21 mei 2016

Aankomst in Iran


Woensdag 18 mei zijn we aan de Iraanse grens. De binnenkomst is deels ambtelijk: paspoortcontrole, scannen van de fietstassen, deels hartelijk: 'welkom in Iran' en 'een fijne tijd in Iran'. Het landschap is rotsig en vooral als de zon erop schijnt heel kleurrijk. Onderweg worden we overvallen door een krachtig onweer. De bliksem verlicht de donkere lucht en het gedonder weerklinkt onheilspellend. Dit hebben we in de bergen nog nooit zo meegemaakt.
Eenmaal aangekomen in Julfa besluiten we eerst onze dorst te gaan lessen. Op het terras zitten vier vrouwen vriendelijk naar me te lachen. Ze drinken milkshake, wortelsap of meloensap. Geen witte wijn of een biertje, maar het ziet er genoeglijk uit. De vrouwen spreken goed Engels en bieden ons onderdak aan in onze standplaats voor vrijdag. Dat hebben we nog maar even afgehouden. Eerst een beetje thuiskomen. We komen in een eenvoudig hotel terecht. Als we later een wandeling maken, een boodschapje doen en naar een restaurant uikijken worden we aangesproken door een Duitssprekende man. Hij heeft jarenlang handel gedreven in tapijten in Duitsland. Hij treedt op als intermediair tussen ons en de eigenaar van het restaurantje. Als we eenmaal zitten te eten komt hij kijken of alles naar wens is. Hij wil persé de rekening betalen en nodigt ons uit voor een kopje echte Duitse koffie in zijn riante appartement, waar zelfs de keuken is belegd met Perzische tapijten.
En dan blijkt dat we niet kunnen bloggen. Dat Facebook door de Iraanse  regering geblokkeerd is weten we, maar dat ook blogger geblokkeerd is valt ons vies tegen. Er blijken wel oplossingen te zijn, maar die hebben we nog niet gevonden. We hebben Teunis, onze zoon, per mail om hulp gevraagd. Wat is dat toch voor een regering, die kennelijk bang is dat ze buiten Iran negatief in beeld komt, of dat de bevolking te mondig wordt door al die slechte invloeden van buiten?
Donderdag fietsen we naar Marand. Het is een dag van geleidelijk aan, maar voor mijn gevoel eindeloos, klimmen. Ik krijg last van mijn rug. Het stuur iets bijstellen helpt maar even. Tot onze verrassing worden we in de buurt van Marand opgewacht door een afgetraind ogende fietser. Hij blijkt onze Warmshowers gastheer. Daar hadden we niet op gerekend. Frans heeft wel contact gezocht, maar die gastheer was niet beschikbaar. Hij had wel een vriend. Die vriend was het dus.
Ons onderkomen blijkt een hok met kleden op de vloer. Erg basic. Gelukkig hebben we matrassen en slaapzakken bij ons. De toilet en de douche kan ik niet anders omschrijven dan donkere hokken. Niet erg schoon.
We worden opgehaald door een vriend, die ons naar een internetcafé brengt, zodat we onze mail en de NRC kunnen ophalen. Die vriend neemt ons mee naar zijn winkeltje in
koffers. Weer een hok, volgestouwd met koffers en tassen en gereedschap, want hij repareert ook. We worden op een krukje vóór het winkeltje gezet en binnen de kortste keren zijn we de bezienswaardigheid van het winkelcentrum. Jonge jongens en mannen willen Engels met ons praten, willen van alles weten over Nederland en zijn diep onder de indruk van onze fietsreizen.
Na lang wachten komt onze gastheer ons ophalen. We gaan ergens eten en hij maakt een globale planning voor onze fietsreis.
Frans wordt er weer een beetje optimistischer van. Hij was in zijn hoofd al bezig een vervroegde terugreis te boeken. Het fietsen valt zwaar, het landschap vindt hij te woestijnachtig en dan straks ook nog de ramadan. Ik vind dit te voorbarig na twee dagen in dit land.
Na een lekker ontbijt gaan we richting Trabiz. De eerste 10 km bergop met een pick-up. Onderweg drinken we thee in een lounge-compartiment. Afgescheiden stellages bedekt met tapijt met kussens in de rug. Heel comfortabel. We worden aangesproken door een Engels sprekende vrouw en haar dochter. Ze nodigt ons uit bij haar te verblijven, maar ik wil even op mezelf zijn. We zoeken een hotel uit onze Bradt-gids. Het leek betaalbaar, maar pakt wat duur uit. Toch maar gedaan, anders moesten we naar de andere kant van de stad fietsen en het is een grote stad. Het is ook wel lekker, zo'n luxe hotel, waar we een dag kunnen uitrusten.
Tijdens onze rustdag bezoeken we de Blauwe Moskee, die na een aardbeving een paar honderd jaar in puin heeft gelegen en nog steeds gerestaureerd wordt. Het Azerbaijan Museum is interessant en de bazar is prachtig met marmer en roestvrij staal. Ik schat begin 20e eeuw. De Bradt zegt 19e eeuws. Op de hotelkamer proberen we toegang tot Blogger en Facebook. 
En dat lijkt te lukken......

Foto's worden later bijgevoegd.

dinsdag 17 mei 2016

Bye bye Armenië

De laatste dagen in Armenië zijn spectaculair. Afgelopen zondag lieten we ons met een oude Lada naar een pas boven Tatev brengen. De afdaling konden we wel op eigen kracht. Maar die afdaling bleek de moeilijkste van mijn leven! Een onverharde weg met diepe geulen en gaten in de weg, keien en dan afdalingen van 10%. Ik heb mezelf overtroffen. Over het algemeen heb ik te weinig vertrouwen in mijn lijf. Ik ben onhandig. Durf ook al niet te langlaufen. Als ik moet fietsen door los zand stap ik liever af. Aanvankelijk zat ik dan ook gespannen op mijn fiets. Maar ik heb een goede instructeur. 'Probeer te ontspannen, alleen je handen losjes op de rem'. Ja, ja, dat is gemakkelijk gezegd denk ik dan. Maar het werkte. 
Steeds meer begon ik het primitieve leven in het Armeense berggebied waar te nemen. Piepkleine dorpjes aan deze onverharde weg. Een poephuisje boven een gat gebouwd. 
Wat spelende kinderen die enthousiast hello roepen. Mesthopen. Varkens met biggetjes en koeien op de weg. Niet armoedig, wel primitief. 
In Kapan verblijven we in een voormalig Sowjet-hotel. Het is mooi gerestaureerd, maar de bediening is het Sowjet-verleden nog niet kwijt. Als we 's morgens een extra kopje Nescafé vragen moet de serveerster toestemming hebben van een mevrouw aan een bureautje op de gang. Als we extra betalen (2x ca. 20 cent) kan het en dat terwijl we de enige gasten zijn! Kapan is een aardige stad met de roze tufstenen gebouwen. Zelfs de Sowjetflats zien er daardoor vriendelijk uit.
Vanaf Kapan fietsen we naar een B&B in Shikagogh. 

We moeten twee passen over. De eerste gaat goed. We lijken ingewerkt. Om 12.00 uur hebben we de eerste 500m, met stijgingspercentages van 12-14% achter de rug. Ik raak niet meer buiten adem. Het blijft zwaar, maar is ook erg mooi. De tweede dikke bult wordt moeilijker. We moeten soms stukken duwen, omdat het fietsen te zwaar is.
Eenmaal aangekomen in het eenvoudige B&B maken we de balans op. De volgende uitdaging is een pas van 2362m, terwijl we  nu op 1000m zitten. We zien er allebei letterlijk als een berg tegenop. Maar Frans krijgt het weer voor elkaar. Onze host gaat na wat tekeningen en gebaren voor ons een 'big machine' regelen. Met een Russische legerjeep tuffen we de berg op. De stijgingen zijn hier veel zwaarder dan we gewend zijn. 



De afdaling is spectaculair. We fietsen bóven de wolken. Het aanvankelijk groene landschap wordt droger met grillige rotspartijen. 
En het wordt warm. Aan de grens van Iran vinden we een aardig hotel met een mooie tuin. Ik heb mijn tuniek, langebroek en hoofddoek klaarliggen. Wat zal Iran ons brengen?
Voor onze facebookvolgers: in Iran is facebook kennelijk geblokkeerd. We proberen natuurlijk wel onze blogs bij te houden: www.effefieten.eu

zaterdag 14 mei 2016

Mooi bergland

Elfje:
Berglandschap
Groene hellingen
Een kabbelende beek
Zonlicht op besneeuwde toppen

Pristine


Door een taxi hebben we ons het diepe gat waarin Goris licht uit laten brengen. We hebben onszelf de afdaling naar het volgende diepe gat gegund. Bij hotel Harsnadzor betrekken we een romantisch houten huisje met een gigantisch raam, dat uitkijkt op een diepe ravijn.


Ik zit heerlijk in een stoeltje buiten uit te kijken over de groene kloof. Ik lees de gedownloade NRC en het vervolg op de bruggenbouwers van de Noorse Jan Guillou. De twintigste eeuw met zijn twee wereldoorlogen vanuit verschillende perspectieven geschreven. Ik lees nu het derde boek van de vier en het is boeiende geschiedschrijving én mooi geromantiseerd weergegeven. We eten 's avonds buiten de in Armenië geliefde barbecue en Frans regelt door middel van tekeningetjes, want het Armeens en Russisch hier is echt niet te volgen, een taxi deze diepte uit.

Voor een  bezoek aan het klooster van Tatev gaan we met de langste kabelbaan ter wereld, 5,7 km overspant de aerial tramway. Het uitzicht is adembenemend. Steeds weer verbazen we ons erover dat in deze afgelegen gebieden mensen wonen.
Het klooster is oorspronkelijk uit de 9e eeuw. Bij de aardbeving van 1931 werd het ernstig beschadigd, maar is goed gerestaureerd. In de 14 e en 15e eeuw was het een leercentrum voor zo'n 1000 mensen. In de apostolische leer veronderstel ik, zoals moslims in madrassas in de islamitische leer worden geïntroduceerd en vele volkeren tot het christelijke geloof werden bekeerd. Het idee dat geloof ons verlossing en geluk zal brengen is niets nieuws. Wel hardnekkig en alleen maar te respecteren zolang het niet gewelddadig is denk ik. Het klooster ligt prachtig.


donderdag 12 mei 2016

Zwaar fietslandschap

We hebben een paar zware fietsdagen achter de rug. 1158m stijgen in 20 km, 4 uur fietsen over 20 km, 1202m stijgen, 800m stijgen. Prachtig zonnig weer, onweer, regen, 25˚C en 8˚C. 
We vinden het allebei zwaar.
Frans krijgt last van moeie benen en ik geloof niet dat er nog veel door me heen gaat als we zo aan het zwoegen zijn. Het enige wat ik doe is vooruit kijken: hoever gaat deze klim en denken 'wanneer stappen we weer eens af om op adem te komen?'
Ik hoor mezelf bij iedere steile klim zwaar ademen en als het écht moeilijk wordt ontsnapt me een kreun en een zucht, volkomen onwillekeurig. Het gemis van een halve long speelt me parten vrees ik.

Maar in Chiva treffen we weer een heel aangenaam B&B. Twee oudere mensen die jammer genoeg geen Engels spreken, maar hun zoon, een ICT-er die werkt in een Amerikaans bedrijf in Yerevan, helpt hen in het weekend met vernieuwing van hun B&B. Hij spreekt vloeiend Engels. Maandag 9 mei is een extra vrije dag, want hun bevrijdingsdag en hij biedt aan om ons het klooster van Noravank te laten zien. 
Daarna neemt hij ons mee naar een opgraving van een 6000 jaar oude wijnmakerij in een grot, omdat de temperatuur daar constant is.
We zien fermentatievaten, restanten van een wijnpers en opslagkruiken. Ongelooflijk dat de wijncultuur in dit land dateert uit zoveel jaren vóór Christus. 
Areni is de naam van dé Armeense wijn en ook de naam van de druif, die al eeuwen in deze streek wordt gecultiveerd. We bezoeken een wijnproeverij in het dorp Areni en kopen een fles voor onze hosts, onze gids en voor onszelf bij het diner. Het is heerlijke wijn. We vragen onze gids naar zijn werkweken, omdat we geschrokken zijn van de zevendaagse werkweek van Liane. Hij werkt 5 dagen per week, 40 uur en heeft 20 vakantiedagen per jaar. Dit zijn de overheidsregels. Het verhaal van Liane zal zeker kloppen, maar haar werkgever houdt zich niet aan de overheidsregels. Werk is een item in Armenië. Veel mannen werken in Rusland, omdat er hier geen werk is . Ze komen soms maar een maand per jaar naar huis. De vrouw zorgt voor de kinderen, het land, de kippen, de koe.
De middag brengen we door met luieren en lezen. De zon schijnt en het is goed toeven in de tuin. 's Avonds bereiden onze hosts een kebab op een geïmproviseerde barbecue voor ons. Alles wat op tafel komt is zelf gemaakt. De kaas is van de eigen koe, de tomaten, chutney, de lavash (Armeens platbrood, te vergelijken met wraps, maar nóg dunner), wijn, groenten, kruiden.


We nemen niet graag afscheid. De fietsdag is licht. Het is prachtig weer, 25˚C, en een mooi landschap, groen, bergen, een snelstromende rivier en vriendelijke dorpen. Het hotel waar we terecht komen is heel simpel. De douche is niet in te stellen, de vloerbedekking is niet afgewerkt, er hangen stroomdraden uit de muur en het oogt niet erg schoon. Wat een verschil met het volgende hotel Dina in Sisian. Hier krijgen we een heel ruime kamer met een naar onze smaak ouderwets sjieke  zithoek en een riante badkamer. 

Het is heerlijk na zo'n dag, die pristine begon, hoge bergen, alleen het geluid van de rivier en de aldoor kwinkelerende leeuweriken  en wij klimmend, maar terwijl ook genietend van de geschenken van de natuur. Tot het zo zwaar werd dat we het niet meer konden zien.


zondag 8 mei 2016

B&B's

Met enige weemoed nemen we afscheid van ons B&B in Yerevan. Greta, onze gastvrouw, heeft heel wat bel-uren aan ons gespendeerd om voor de komende twee nachten accommodatie voor ons te zoeken. Greta's huis ligt in een wijkje tegen het centrum op een steile helling en is alleen van boven of beneden via een stelsel van trappen en gangetjes te bereiken. We hebben een strategie bedacht om onze fietsen en fietstassen de trappen af te dragen zonder ze onbeheerd achter te laten. Maar ik mocht nog geen tas dragen. Twee andere, Franse, gasten, moeder en dochter en een inwonende studente dragen onze fietstassen de vele trappen af. Het wordt een welgemeend hartelijk afscheid. Het is een heerlijk gevoel je dit te laten welgevallen zonder het idee te hebben persé iets terug te moeten doen. Deze mensen willen dit doen en willen dit voor óns doen.
We verlaten de vlakte van Yerevan. De berg Ararat blijft achter ons. De berg is het verdriet van Armenië. De Ark van Noach overleefde hier de zondvloed. Het is hét symbool van Armenië, maar ligt nu op Turks grondgebied. 
Een ander berggebied, roze en geel oplichtend door de zon, glimlacht ons toe.
Ons nieuwe onderkomen in Urtsadzor is een eenvoudig huisje aan een ongeplaveide weg. 
De gastvrouw is weduwe. Ze verloor haar man en zoon door een ongeluk. Ze woont alleen met haar dochter van 22. Haar twee andere dochters zijn getrouwd. Ze leert zichzelf Engels en doet dat niet slecht. Het wordt af en toe wat vermoeiend dat ze steeds met haar schriftje bij ons komt zitten en in het Engels met ons wil praten, bevestiging zoekt, verbetering wil. 
Intussen verschijnen er op tafel een grote schaal met fruit, gebak, snoepjes, zelfgemaakte limonade. We zeggen herhaaldelijk dat het allemaal te veel is in de hoop dat ze ervan leert voor volgende gasten. 

Een vriendin van Lian, de dochter, komt op bezoek. Ze studeert part-time economie in Yerevan en beoefent daarnaast haar tweede beroep, zoals ze zegt, kapster. 
Liana werkt 7 dagen per week in een apotheek en is 2 dagen per maand vrij. Onze gastvrouw melkt 's morgens haar koe, werkt op het veld en 's middags doet ze wat in huis en ze heeft sinds kort haar B&B. Lian komt om 19,00 uur thuis. Ze stoken de kamer in de winter warm met een houtkachel, die ze 's zomers opruimen. Het was er nu dus koud. Op het gas zijn ze niet aangesloten. Dat is te duur. In de keuken is geen stromend water. Onze gastvrouw vindt het leven zwaar. In de communistische tijd was het leven onvrij, maar ze zou er terug naar toe willen, omdat er meer werk was en alles betaalbaarder was. Ze is een verdrietige vrouw, die veel kwijt is geraakt.



donderdag 5 mei 2016

Genocide

Yerevan is rijk aan musea. Wij vinden het een heerlijke stad om in rond te struinen, te zitten op de vele terrassen en de bezienswaardigheden te bezoeken. Gisteren hebben we de Cascade bezocht. Een rijke Armeen, Cafesjian, heeft dit grote 'Centre for the Arts' opgericht. Onderaan een hoge heuvel, waar op tussenstations kunst te bewonderen is, zijn een paar prachtige beelden te zien, waaronder drie Botero's. Wat fantastisch dat rijke mensen soms ook graag mecenas zijn.
We hebben alle tijd en ik voel me erg op mijn gemak. Greta, onze gastvrouw, is heel hulpvaardig. Ze zoekt B&B's voor onze verdere route en regelt een vriend/taxi/gids die ons naar de tempel van Garni en het 'Geghard Monastery', Unesco World Heritage, rijdt en naar het Genocide Memorial en Museum. 

De berg Ararat begeleidt ons op onze tocht naar de tempel van Garni, de enige Grieks-Romeinse tempel in Armenië. Mooi, maar we zijn te blasé om echt onder de indruk te zijn. 

In de grot-monastery zijn we onder de indruk van het prachtige gezang van drie vrouwen. De akoestiek is geweldig. We hoeven niet meer naar de opera, want dit is niet te overtreffen.

Echt aangedaan ben ik door het genocide- memorial en het bijbehorende museum. Wat hebben die christelijke Armeniërs een tragische geschiedenis. Eeuwenlang is het land gewild en daarom bestreden geweest vanwege zijn gunstige ligging op handelsroutes van en naar het zuiden en het westen. De Ottomanen (Turken) overheersten Armenië. Er groeide vijandschap tussen Perzen en Ottomanen. Zij sloten vrede en verdeelden Armenië. Later viel Rusland het land binnen. Christendom en Islam werden speelbal. Het meest recent en nog steeds hevig levend is de door de Turken gepleegde genocide op Armeniërs. In de periode van 1908-1912 stond het Ottomaanse rijk aan de zijde van de Duitsers. Rusland koos de kant van de geallieerden. De Ottomanen zagen de Russen én Armeniërs tegen hen vechten. 60,000 Armeniërs die dienden in het Ottomaanse leger werden gedemobiliseerd, in werkkampen ondergebracht en vermoord. Armeense burgers werden naar de Syrische woestijn gebracht met het idee dat ze dit niet zouden overleven en dat deden ze ook niet. Armeense intelligentia, levend in Constantinopel, werden vermoord. Systematisch werden hele dorpen uitgemoord. Kinderen werden mishandeld en velen werden als wees in tehuizen opgenomen. Bij het zien van de schrijnende foto's van toegetakelde kinderen schieten de tranen in mijn ogen. En wat een leed ondervinden kinderen die zonder ouders in niet al te vriendelijke tehuizen moeten opgroeien? De uitroeiing van de Joden was vreselijk, maar dit systematisch uitroeien van Armeniërs, er stierven  1 1/2  miljoen Armeniërs, door de Turken is even confronterend. Voor de Armeniërs is het onvergeeflijk dat de Turken de genocide niet willen erkennen. De massagraven liegen er niet om. Onze gids heeft herhaaldelijk gezegd, dat 21 landen de genocide hebben erkend, alsof het nog steeds nodig is om dit hardop te zeggen om het waar te maken. De 44m hoge obelisk op de plaats van de herdenking symboliseert de overleving en het steeds opnieuw weer opstaan van het Armeense volk. Het moet een sterk volk zijn gaat ook door mijn gedachten, zeker als ik lees dat deze genocide lang niet alles is.
Tussen 1934-1939 vonden minstens 100.000 Armeniërs de dood onder het bewind van Stalin. Het Armeense politieke leiderschap en de intelligentsia werden ter dood veroordeeld voor de misdaad van 'burgerlijk nationalisme'.
Na 1945, onder het Russische bewind, groeide de economie snel. Er werden chemische fabrieken opgericht, het onderwijs en de gezondheidszorg waren gratis en er was werk.
In 1991 werd Armenië onafhankelijk, weliswaar met onduidelijke landsgrenzen. Armenië worstelt met zijn zelfstandigheid. De vele chemische fabrieken, in handen van de Russen, zijn gesloten. De werkloosheids-  en armoedecijfers zijn hoog. Er is corruptie. Mensen emigreren vanwege gebrek aan perspectief, er worden weinig kinderen geboren. Mensen met een tuintje zijn zelfvoorzienend, maar flatbewoners kennen die mogelijkheid niet. We horen mensen met weemoed praten over de Sowjettijd met gratis én beter onderwijs en gezondheidszorg, geen werkloosheid. De mensen zijn niet ongelukkig, maar er waren betere tijden.

Morgen bezoeken we de enige moskee in Yerevan, de Blauwe Moskee en nog een museum voor hedendaagse kunst en dan vertrekken we zaterdag in zuidelijke richting.






dinsdag 3 mei 2016

Temperatuurverschil

Wat een temperatuurverschillen op 70 km afstand. Afgelopen zondag zijn we naar het meer van Sevan gefietst. Een prachtig meer op 2000 meter hoogte, maar het was zó bitter koud dat we alleen maar even een klein stukje op een steiger gewandeld hebben en toen maar verder uit het raam van ons verwarmde appartement hebben gekeken. 
Maandag startten we met de zon over het meer en de omliggende besneeuwde bergen. Prachtig. Maar het plezier was van korte duur. Eenmaal op de fiets op weg naar Yerevan werden we overvallen door een snijdende wind en een ijzige slagregen. Capuchon over de helm, dikke handschoenen aan. Ik zie alleen nog asfalt. Heb geen oog meer voor de hier nog kale bomen en de op springen staande bloesems. De besneeuwde bergtoppen in de verte laten me koud. Ik bén alleen nog kou. Mijn fietscomputertje wijst 6˚C aan. Tot het weer lichter wordt. De zon komt aarzelend door. De temperatuur stijgt en ik voel me een stuk beter. We treffen een stalletje waar ze nescafé hebben en kunnen verder naar Yerevan. 
In Yerevan is het even zoeken naar ons B&B. We komen terecht bij Greta, een Frans sprekende Armeense. Ze is chemiste en heeft daar ook een universitaire graad in gehaald, maar is na het uiteen vallen van de sovjet unie nu werkloos, zoals zovelen. We maken een verkennende wandeling naar de stad, hét centrum is het Plein van de Republiek. Ik zit daar met alleen een vest aan in het avondlicht. Een verbluffend mooi plein. De wandeling erheen doet me aan Parijs denken. Brede trottoirs, overschaduwd met groene bomen, flanerende mensen en terrassen. 
Na een lange nacht, we zijn moe van al die beklimmingen, bezoeken we de kathedraal van Yerevan. Zonnebrillen op, dun vestje aan. Heerlijk voorjaarsweer! De kathedraal is een modern, enigszins kubistisch, gebouw. Ruim en mooi licht. Daarna wagen we ons aan de National Gallery of Art. We zien Vlaamse meesters, waaronder Rubens, Nederlandse meesters, waaronder Rembrandt  en Van Dijk en héél veel verrassende Armeense schilders. Eén schilder, die ons in Dilijan ook al is opgevallen is Rockwell Kent. Een oorspronkelijk Amerikaans schilder, die geïnspireerd wordt door het hoge noorden (Alaska, Groenland). Hij schildert in teder grijs, blauw, paars en roze kleuren, die de transparantie van de lucht en het water in het noorden schitterend weergeven. Wij kennen die sfeer niet uit eigen ervaring, omdat wij het liever warmer, dus zuidelijker of oostelijker zoeken, maar we zijn allebei getroffen door de schoonheid van zijn werken. Rockwell Kent heeft zijn schilderijen ooit gedoneerd aan Moskou en op zijn verzoek is een deel terecht gekomen in de National Gallery of Armenia. Daar mogen ze gelukkig mee zijn. We gaan nog meer bekijken in Yerevan. We blijven dus nog een paar dagen.