Na
een heel basaal pension in Havza zijn we in Amasya aangeland. Wat een
prachtig stadje. Het ligt in een langgerekt smal dal tussen grillige
rotsen, waar een aantal koningsgraven in zijn uitgehouwen. Ons hotel
is een voormalige en prachtige gerestaureerde pleisterplaats voor
(handels) reizigers uit de oudheid, een kervan serai. We ontbijten in
de nu overdekte binnenplaats, onze slaapkamer is helemaal in stijl,
de badkamer ruim en alles doet het. Het voelt allemaal erg luxe na de
betrekkelijke eenvoud van de afgelopen week. 's Avonds blijkt er aan
de rivier een folkloredansfestival plaats te vinden. We zijn wat te
vroeg als we op de tribune plaatsnemen en zien het protocol aan: de
stoelen voor de hoogwaardigheidsbekleders worden afgestoft. Er komen
tafelkleedjes op de tafeltjes, er wordt water en thee geserveerd en
als de zon nog wat fel schijnt komen er voor de bobo's ook nog petten
uit de doos. De optredens van groepen uit Ossetië, Litouwen,
Türkmenistan, Azerbeidjan, Bosnië-Herzegowina, Kirgizistan en
Portugal variëren van heel amateuristisch tot echt professioneel. We
vinden het prachtig.
We
bezoeken het archeologisch museum en staan weer even stil bij de
immense geschiedenis van dit land. Natuurlijk beklimmen we ook de
koningsgraven van nog vòòr de Griekse oudheid in de rotsen en
bezoeken we enkele Ottomaanse huizen. Na het onbestendige weer van de
afgelopen weken met onweer en regen in de namiddag is het hier
tropisch warm, dus heerlijk buiten eten na onze stadsuitstapjes.
Kortom we zijn, behalve fietsreiziger, weer even echt toerist.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten