Op weg naar Jay en Jenny (Engelse namen, omdat hun Koreaanse namen ontoegankelijk zijn voor westerlingen) boeken we een hotel in de buurt van het station. We gaan met de trein naar Daejon, waar zij wonen. Vorig jaar, tijdens hun huwelijksreis per fiets door Europa, hebben zij bij ons gelogeerd. We hadden toen al plannen om Japan en Zuid-Korea te bezoeken en moesten hen toezeggen dat we hen dan zouden bezoeken en zo gaat nu geschieden.
Het valt ons niet gemakkelijk een keuze te maken uit de vele motels bij het station. Het blijken allemaal van die lovemotels te zijn, zogenaamde business-hotels, niet op de eerste plaats bedoeld voor overnachten. We nemen de gok. Komen terecht in een gigantische kamer en prachtige badkamer, maar donker. Niet echt wat we prettig vinden.
Jay haalt ons van de trein. Hij is net dertig, Jenny is zesentwintig. Ze hebben heel bewuste keuzes gemaakt in hun korte samenzijn. Jay had een eigen internetbedrijfje en kon dit goed verkopen. Nu studeert hij, Jenny ook. Van het geld dat hij met de verkoop overhield huurt hij een mooi appartement. Ze kunnen er gemakkelijk een paar jaar van leven.
Op zaterdag worden we wakker op de achtste verdieping van de gigantische torenflat waarin Jay en Jenny wonen. Die flats zie je hier in iedere grotere plaats aan de horizon opdoemen. Korea heeft relatief veel inwoners en is erg bergachtig. Het is woekeren met bouwruimte. Tussen al die woontorens is trouwens een best gezellig, bijna Europees, winkelgebied.
Het wordt een dag met alleen maar regen. We gaan tóch naar het forest. We zijn niet alleen. Koreanen laten zich niet kisten door slecht weer.
Na een mooie wandeling door het bos met hoge sequoia-bomen worden we hartelijk ontvangen door de ouders van Jenny. We krijgen een traditionele Koreaanse lunch, wat overigens hetzelfde is als het Koreaanse ontbijt en het diner. Soep, salades, vlees met soep en noodles, groenten en rijst.
We bekijken de grote potten in de tuin. Potten die we elders ook buiten hebben zien staan en die gebruikt worden om groenten en vlees te fermenteren.
Het wordt een warm afscheid. We bezoeken twee musea voor hedendaagse kunst. Vaak moeilijk te begrijpen vinden wij, maar deze tentoonstellingen zijn erg de moeite waard.
Een fijne dag die we afsluiten met veel discussie. Over de arbeidscultus, zowel in Japan als in Korea. Officieel werken Koreanen 8 uur per dag, maar in de praktijk werken ze veel meer. Ze verdienen goed, maar er is geen leven meer naast het werk. Jay en Jenny willen niet deze 'Asian way of work'. Ze willen meer vrijheid om een leven te hebben met vrije tijd en om te kunnen reizen. Ze willen daarom niet voor een baas werken, want dan wordt gewoon van je verwacht dat je van 07.00 tot 21.00 of later werkt. Ze worstelen met de vraag of ze kinderen moeten krijgen. Waar blijft de tijd?
Voor veel jongeren in Korea is het leven niet gemakkelijk. Ze moeten veel uren maken op de universiteit om te voldoen aan de prestatie-eisen. Daarna kunnen ze naar de arbeids-slavernij. Het aantal suicides onder jongeren is, evenals in Japan, hoog.
Jay omschrijft zijn samenleving als heel traditioneel. Zijn vrienden kunnen niet trouwen als ze niet een huis kunnen kopen of voor meerdere jaren huren voor hun vriendin. Als hij dat niet kan, en velen hebben niet die mogelijkheid, kiest hun vriendin voor een rijkere vriend. De familie is daarbij allesbepalend. Zij eisen dat hun dochter kiest voor een man die een huis kan kopen. Er is wel enige verandering gaande, maar zeer minimaal. Jay en Jenny willen heel graag weten hoe dit bij ons gaat. Wij schrikken ervan dat dit relatief rijke en technisch gezien erg ontwikkelde land nog zulke traditionele waarden en normen hanteert. Dat zie je niet als je op de fiets zit. Jay en Jenny hebben ons veel geleerd over de Koreaanse cultuur. Verrijkt keren we terug naar ons donkere liefdeshotel.
Het valt ons niet gemakkelijk een keuze te maken uit de vele motels bij het station. Het blijken allemaal van die lovemotels te zijn, zogenaamde business-hotels, niet op de eerste plaats bedoeld voor overnachten. We nemen de gok. Komen terecht in een gigantische kamer en prachtige badkamer, maar donker. Niet echt wat we prettig vinden.
De auto van de gasten hoeft niet gezien te worden.
Jay haalt ons van de trein. Hij is net dertig, Jenny is zesentwintig. Ze hebben heel bewuste keuzes gemaakt in hun korte samenzijn. Jay had een eigen internetbedrijfje en kon dit goed verkopen. Nu studeert hij, Jenny ook. Van het geld dat hij met de verkoop overhield huurt hij een mooi appartement. Ze kunnen er gemakkelijk een paar jaar van leven.
Op zaterdag worden we wakker op de achtste verdieping van de gigantische torenflat waarin Jay en Jenny wonen. Die flats zie je hier in iedere grotere plaats aan de horizon opdoemen. Korea heeft relatief veel inwoners en is erg bergachtig. Het is woekeren met bouwruimte. Tussen al die woontorens is trouwens een best gezellig, bijna Europees, winkelgebied.
Het wordt een warm afscheid. We bezoeken twee musea voor hedendaagse kunst. Vaak moeilijk te begrijpen vinden wij, maar deze tentoonstellingen zijn erg de moeite waard.
Een fijne dag die we afsluiten met veel discussie. Over de arbeidscultus, zowel in Japan als in Korea. Officieel werken Koreanen 8 uur per dag, maar in de praktijk werken ze veel meer. Ze verdienen goed, maar er is geen leven meer naast het werk. Jay en Jenny willen niet deze 'Asian way of work'. Ze willen meer vrijheid om een leven te hebben met vrije tijd en om te kunnen reizen. Ze willen daarom niet voor een baas werken, want dan wordt gewoon van je verwacht dat je van 07.00 tot 21.00 of later werkt. Ze worstelen met de vraag of ze kinderen moeten krijgen. Waar blijft de tijd?
Voor veel jongeren in Korea is het leven niet gemakkelijk. Ze moeten veel uren maken op de universiteit om te voldoen aan de prestatie-eisen. Daarna kunnen ze naar de arbeids-slavernij. Het aantal suicides onder jongeren is, evenals in Japan, hoog.
Jay omschrijft zijn samenleving als heel traditioneel. Zijn vrienden kunnen niet trouwen als ze niet een huis kunnen kopen of voor meerdere jaren huren voor hun vriendin. Als hij dat niet kan, en velen hebben niet die mogelijkheid, kiest hun vriendin voor een rijkere vriend. De familie is daarbij allesbepalend. Zij eisen dat hun dochter kiest voor een man die een huis kan kopen. Er is wel enige verandering gaande, maar zeer minimaal. Jay en Jenny willen heel graag weten hoe dit bij ons gaat. Wij schrikken ervan dat dit relatief rijke en technisch gezien erg ontwikkelde land nog zulke traditionele waarden en normen hanteert. Dat zie je niet als je op de fiets zit. Jay en Jenny hebben ons veel geleerd over de Koreaanse cultuur. Verrijkt keren we terug naar ons donkere liefdeshotel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten