Na
de drukke badplaatsen Cha-am en Hua Hin was ik bang dat deze plaatsen
exemplarisch zouden zijn voor de Thaise Oostkust. De zee was amper te
zien. Gigantische appartementsgebouwen verstoren het uitzicht, hotels
en restaurants wisselen elkaar af langs de boulevards en de wegen
zijn druk. Totaal niet aantrekkelijk voor ons. We begeven ons wat
verder zuidelijk nu. We fietsen langs aantrekkelijke weggetjes
met uitzicht op het karstgebergte dat de grens met Birma vormt,
vissershavens, garnalen- en ananaskwekerijen en aan de kust rustige
boulevards met authentieke restaurantjes en betaalbare guesthouses.
Gisteren namen de gastheer en - vrouw ons mee naar het strand waar
lokale vissers met hun netten krill aan het vangen waren. Krill is
een dierlijk plankton en is maar een korte periode te vangen,
afhankelijk van de wind en het jaargetijde. Vanochtend kregen we
omelet met krill, én cake, én fruit én proviand voor onderweg..De
gastheer schildert Van Goghs na en is helemaal enthousiast als we hem
vertellen dat wij in dezelfde plaats geboren zijn als Van Gogh.
We
fietsen gemiddeld zo'n 70 km per dag. We hebben de wind heel gunstig
en maken behoorlijk tempo. Als we ergens in een guesthouse zijn
aangeland, met uitzicht op de zee, lees ik momenteel 'reizen zonder
John' van Geert Mak. Een reis door Amerika die hij met zijn vrouw
maakt in navolging van John Steinbeck die in het begin van de zestiger jaren de reis met zijn hond
Charley maakte. Het geeft een boeiend maar ook deprimerend beeld van
vooral het huidige Amerikaanse platteland. De eens zo aantrekkelijke
stadjes met hun 'Mainstreets' met een saloon, een bank, een kapper en
winkeltjes, zijn leeg, verlaten. Mensen zijn naar de suburbs in de
grotere steden getrokken. Niet een land waar ik zou kunnen wonen. In
Thailand overigens ook niet, maar daar is het platteland in elk geval
levendig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten