En woensdagochtend worden we door Jef
opgeschrikt met de roep dat er een Cassowary langsloopt. Daarover
wordt opgewonden gedaan in Noord Queensland. Overal staan borden
langs de weg met de waarschuwing dat ze beschermd zijn en zomaar
kunnen oversteken, terwijl we er tot nu toe geen enkele hebben
gezien. En dan loopt er een zomaar langs hun huis. Jane noemt het de
nieuwe dinosaurus, want het is een uitstervend ras. Met dan ook nog
al die walibis, die parmantig rondhuppen, zoals bij ons de konijnen
's avonds in het Mastbosch, dat maakt dit Warm Showersadres wel heel
bijzonder voor ons.
Australiërs, of misschien moet ik
zeggen de mensen van het tropische Queensland zijn aparte mensen. Ze
zijn wel zichzelf geloof ik. Ze nemen met heel weinig genoegen als
het om comfort en luxe gaat. Ze gaan onelegant gekleed, zowel mannen
als vrouwen. Vakantiekleding: korte of driekwart broeken met een
blouse, t-shirt of polo. Ze hebben grote auto's en die hebben ze
nodig om de vreselijk lange afstanden af te leggen. Gezelligheid of
knusheid bouwen, zoals wij doen met de inrichting van onze huizen
kennen ze niet. Ze leven veel buiten en de veranda's zien er dan ook
vaak wel mooi uit. Ergens wat drinken of eten op een leuk terras valt
niet mee. Onderweg zijn we vaak aangewezen op shops bij een
benzinestation of iets McDonaldsachtigs. Als we tenminste al een
benzinestation tegen komen. In Nederland en misschien wel in Europa
hebben we keuzes: chique uit eten gaan, een eetcafé of een
McDonalds. Die keuze is er hier niet. In Townsville, toch een
behoorlijk grote stad treffen we eigenlijk maar één gelegenheid aan
die aan onze eisen voldoet.
Bruce Highway, de weg die we fietsen en
die parallel loopt aan de kust, is de enige doorgaande weg aan de
Oostkant. De drukte op de weg valt erg mee, maar de afstand tussen
stops waar iets te krijgen is, is soms immens. Dat betekent:
gesmeerde boterhammen in de fietstas, bananen bij de hand en de
bidons gevuld met water. We kunnen onderweg verlangend uitzien naar
een café latte, die hier echt lekker is, een cola light, of, als we
niet verder fietsen, een biertje. Zo belanden we rond het middaguur,
na 60 km in de benen, in Ingham in een pub. Mensen zitten aan de bar
naar televisieschermen te kijken naar de paardenrennen en vullen
gokformulieren in. Vreemde wereld voor ons. Daarna zoeken we een
computerwinkel op, omdat we e-books willen downloaden. Die verwijzen
ons naar McDonalds waar free Wi-Fi is. Enkele uren en vele
frustraties later hebben we drie boeken gedownload en hangt er nog 1
in de lucht, omdat de betaling misgaat.
De camping die we daarna vinden is niet
een echte camping, maar meer een sta-plaats in een park. Er zijn
toiletten en baden doe je in de kreek. Het is voor ons een belevenis
tussen een echte camping en vrij kamperen in. We hebben ons verzoend
met water bij het eten en een kopje koffie na. Maar dan horen we
muziek aan de andere kant van het veld waar we met ons tentje staan.
We steken het veld over en komen terecht in het community-house van
Bluewater, een gemeenschap van 5.000 inwoners die verspreid over een
heel groot gebied leven. Ze hebben hun maandelijkse feestavond. Een
band begeleidt plaatselijke muziektalenten. En we horen de Beatles,
Elvis Presley, jodelgezang en Country and Western. In onze ogen
primitief en ouderwets, maar het is een genoeglijke avond. Bij ons
zou dit geen publiek meer trekken. Wij zijn denk ik te kritisch, te
veel verwend door het hoge niveau van onze amateurkunst, maar ze
hebben hier dan ook niet van die organisaties die zich daarmee
bezighouden!!
Inmiddels zijn we in Townsville. Een
stad waar ze Europese lunchgelegenheden hebben, een mooie boulevard
langs de zee en een aquarium met al het schoons van de Great Barrier
Reef.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten