Alweer een week geleden kwamen we aan
in het aangename huis van Jenny en Dennis. We waren ook al bij hen in
Spring Beach, hun belangrijkste verblijf. Hier in Hobart kunnen we zo
lang blijven als we willen. En daar hadden wij wel oren naar. De
tocht terug van Port Arthur naar Hobart hebben we per bus gedaan. Het
idee weer twee dagen heuvel op heuvel af door het troosteloze, door
bosbranden geblakerde, eucalyptusbos te moeten fietsen stond ons
allebei plotseling erg tegen. Heerlijk, niet kamperen, gewoon
boodschappen doen en leven. Maar nu plotseling 10 dagen Hobart.
Aardige stad en het Toeristenbureau doet zijn best leuke excursies
aan te bieden, maar met de fiets naar het centrum valt al snel af. De
hoge brug waar we overheen moeten heeft een erg smal fietspad. De
wind is hevig en aan de ene kant is er het razende verkeer, aan de
andere kant het hekwerk dat de brug begrenst. Ik durf er echt niet
fietsend overheen en besluit maar te wandelen. Frans fietst
natuurlijk met gemak, maar zegt gelukkig achteraf dat hij het ook een
akelig fietspad vindt. Er blijkt een goede busverbinding en zelfs een
ferry. De stad is dus gemakkelijk bereikbaar. Frans gaat op zoek naar
fietsdozen om de fietsen in te pakken. We vallen midden in het houten
boten festival en op zaterdag is er de Salamancamarkt, waarvan
iedereen zegt dat we daarheen moeten. Alle openbaar vervoer is deze
dagen gratis.
We bezoeken het MONA-museum, een
particulier museum voor oude en moderne kunst. Progressieve
architectuur en origineel geëxposeerde oude naast heel moderne
kunst. Een beeld van Giacometti tegenover een eeuwenoude Egyptische
sarcofaag. Werk van Jan Fabre. De collectie is niet zo indrukwekkend
als die van de Art Galleries in Sydney, Brisbane en Melbourne, maar
zo'n particulier initiatief is fantastisch. We hebben een barbecue
bij Warmshowersvrienden die we aan de noordkust hebben leren kennen
en die hier een boothuisje hebben.
De Salamancamarkt is lekker vermaak.
Leuke kraampjes met echt mooie zelfgemaakte en tweedehands kleren,
sieraden, houtwerk, rommel, maar ook leuke muziek en het weer maakt
dat iedereen lekker rondneust en graag wat flaneert en stilstaat bij
de evenementen.
Aan de kade zijn een aantal galleries
in gerestaureerde pakhuizen. Doet me denken aan de sfeer langs de
Maas in Maastricht. Goed gedaan.
Na wat wikken en wegen hebben we hier
een kunstwerk van een aboriginal kunstenaar gekocht. Een hollow log
coffin, een door termieten uitgeholde paal van Eucalyptushout met
oker beschilderd. Oorspronkelijk werden deze coffins gebruikt om de
beenderen van soms al lang geleden overleden mensen in op te bergen
en de paal, gepaard gaand met de nodige ceremonies, ergens in te
graven en dan te laten, zodat de restanten tot stof kunnen
wederkeren.
Een excursie naar Bruny Island met een
katamaran, gedeeltelijk met de bus en vervolgens met een heel snelle
boot, vinden we fantastisch. De katamaran biedt een mooi uitzicht op
Hobart, Mount Wellington en onze woonplaats Bellerive. De bus laat
ons een landschap zien dat we wel kennen. Glooiende goudkleurige
heuvels, die we nu ontspannen bewonderen, want ze vormen niet de
dreiging van weer een steile, vermoeiende klim. De snelle boot voert
ons langs prachtige rotsformaties en laat ons zeearenden zien,
albatrossen en de vuurroodgesnavelde oesterprikkers. De zich in de
zon koesterende zeehonden, af en toe menselijk kuchend en een duik
nemend in de oceaan, zijn erg leuk.
We doen nog een wandeling vanaf Mount
Wellington en een excursie naar de bierbrouwerij en dan sluiten we
onze reis met 5000 fietskilometers af met een meer dan
24-uursvliegreis naar Schiphol.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten